ECLI:NL:CBB:2024:677
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing subsidieaanvraag voor warmtepomp in bijgebouw door minister van Klimaat en Groene Groei
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 8 oktober 2024 uitspraak gedaan in het geschil tussen [naam] en de minister van Klimaat en Groene Groei, betreffende de afwijzing van een subsidieaanvraag voor een warmtepomp in een bijgebouw. De minister had op 31 januari 2023 de aanvraag van [naam] voor subsidie op grond van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies afgewezen, omdat het bijgebouw niet als woning wordt beschouwd. De minister oordeelde dat [naam] de aanvraag als eigenaar-bewoner had ingediend, terwijl het bijgebouw niet als hoofdverblijf wordt gebruikt. Dit leidde tot de conclusie dat de aanvraag als zakelijke aanvraag moest worden beoordeeld, waarvoor andere voorwaarden gelden.
Tijdens de zitting op 2 september 2024 heeft [naam] betoogd dat de gebouwen volgens de WOZ-gegevens als één woning worden gezien en dat hij het bijgebouw voor 90 procent voor privédoeleinden gebruikt. Desondanks oordeelde het College dat [naam] in het bijgebouw geen hoofdverblijf heeft en dat de minister de aanvraag terecht als zakelijke aanvraag heeft beoordeeld. De relevante artikelen uit de Regeling werden besproken, waarbij werd vastgesteld dat een eigenaar-bewoner een natuurlijke persoon is die een woning in eigendom heeft en daarin zijn hoofdverblijf heeft.
Het College concludeerde dat de minister de aanvraag op goede gronden had afgewezen, omdat [naam] niet als eigenaar-bewoner van het bijgebouw kon worden aangemerkt. Het beroep van [naam] werd ongegrond verklaard, en de minister hoefde geen proceskosten te vergoeden. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 8 oktober 2024.