Op 17 september 2024 heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven uitspraak gedaan op het verzet van [naam 1] B.V. tegen de eerdere uitspraak van 9 augustus 2022, waarin het College het beroep van de onderneming niet-ontvankelijk had verklaard wegens termijnoverschrijding. De onderneming had op 13 april 2022 een beroepschrift ingediend tegen het besluit van de minister van Economische Zaken en Klimaat van 23 februari 2022. Het College oordeelde dat de termijnoverschrijding niet aan de onderneming kon worden toegerekend, omdat de directeur, [naam 2], overtuigend had verklaard dat hij het besluit pas kort na het verstrijken van de termijn had ontvangen door problemen met de post. Het College concludeerde dat de termijnoverschrijding verschoonbaar was en verklaarde het verzet gegrond. De eerdere uitspraak vervalt en het onderzoek wordt hervat in de stand waarin het zich bevond. Tevens werd de minister veroordeeld tot betaling van de proceskosten van de onderneming, begroot op € 437,50.