Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
[naam 1] te [plaats]
de minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
Procesverloop
Beslissing
Overwegingen
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 23 augustus 2024.
College van Beroep voor het bedrijfsleven
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter op 23 augustus 2024 uitspraak gedaan over een verzoek om voorlopige voorziening van [naam 1] tegen een last onder dwangsom opgelegd door de minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur. De minister had op 18 juni 2024 een last onder dwangsom opgelegd aan [naam 1] wegens overtreding van artikel 2.2, achtste lid, van de Wet dieren in samenhang met artikel 1.6 van het Besluit houders van dieren (Bhd) met betrekking tot de huisvesting van een ara. [naam 1] heeft bezwaar gemaakt tegen deze last en verzocht om een voorlopige voorziening. Tijdens de zitting op 23 augustus 2024 hebben zowel [naam 1] als de gemachtigden van de minister hun standpunten toegelicht.
De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de bewegingsvrijheid van de ara niet onnodig mag worden beperkt en dat de ara een droge huisvesting moet hebben. De voorzieningenrechter heeft de last onder dwangsom geschorst tot zes weken na de beslissing op het bezwaar en de minister opgedragen het betaalde griffierecht van € 187,- aan [naam 1] te vergoeden. De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat de minister onvoldoende heeft aangetoond dat de ara daadwerkelijk lijdt of dat de opgelegde maatregelen noodzakelijk zijn. De voorzieningenrechter heeft het belang van [naam 1] zwaarder laten wegen dan het belang van de minister bij het in stand houden van de last onder dwangsom.