Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 13 augustus 2024 in de zaak tussen
handelend onder de naam [naam 2] ,te [plaats] ( [naam 1] )
College van Beroep voor het bedrijfsleven
In deze uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 13 augustus 2024, betreft het een geschil tussen het college van burgemeester en wethouders van Den Haag en [naam 1], die een ontheffing heeft aangevraagd om zijn avondwinkel, [naam 2], tot 02.00 uur open te houden. Het college heeft de aanvraag afgewezen, omdat de winkel zich buiten het toeristische gebied bevindt, waar andere openingstijden gelden. In eerste instantie werd de aanvraag afgewezen op basis van het overschrijden van het aantal toegestane avondwinkels, maar later werd deze beslissing herroepen en werd een ontheffing verleend tot 24.00 uur. [naam 1] ging echter in beroep tegen de afwijzing van de ontheffing tot 02.00 uur, waarbij hij zich beriep op het vertrouwensbeginsel en het evenredigheidsbeginsel.
Het College oordeelt dat de winkel van [naam 1] inderdaad buiten het toeristische gebied ligt, zoals gedefinieerd in de Verordening winkeltijden gemeente Den Haag 2018. De argumenten van [naam 1] dat zijn winkel op de grens van het toeristische gebied ligt en dat er ontwikkelingen zijn die de status van het gebied zouden moeten veranderen, werden niet overtuigend bevonden. Het College concludeert dat het college van b en w bevoegd was om de ontheffing tot 02.00 uur af te wijzen, en dat er geen sprake was van een toezegging die het vertrouwen van [naam 1] zou hebben gewekt. De afwijzing van de ontheffing wordt gerechtvaardigd door de noodzaak om overlast in de nacht te voorkomen en de leefbaarheid in de wijken te waarborgen. Het beroep van [naam 1] wordt ongegrond verklaard, en het college hoeft geen proceskosten te vergoeden.