Bijlage
Verordening (EU) nr. 651/2014 van de commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (Algemene groepsvrijstellingsverordening)
Artikel 2, aanhef en onder 23
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
23. „ aanvang van de werkzaamheden”: hetzij de aanvang van de bouwwerkzaamheden met betrekking tot de investering, hetzij de eerste, juridisch bindende toezegging om uitrusting te bestellen, hetzij een andere toezegging die de investering onomkeerbaar maakt.
Artikel 6, eerste lid en de eerste volzin van het tweede lid
1. Deze verordening is slechts van toepassing op steun die een stimulerend effect heeft.
2. Steun wordt geacht een stimulerend effect te hebben wanneer de begunstigde ervan, voordat de werkzaamheden aan het project of de activiteit aanvangen, bij de betrokken lidstaat een schriftelijke steunaanvraag heeft ingediend.
Algemene wet bestuursrecht
1. Het bestuursorgaan weegt de rechtstreeks bij het besluit betrokken belangen af, voor zover niet uit een wettelijk voorschrift of uit de aard van de uit te oefenen bevoegdheid een beperking voortvloeit.
2. De voor een of meer belanghebbenden nadelige gevolgen van een besluit mogen niet onevenredig zijn in verhouding tot de met het besluit te dienen doelen.
Artikel 4:46, tweede lid, aanhef en onder c
2. De subsidie kan lager worden vastgesteld indien:
c. de subsidie-ontvanger onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een andere beschikking op de aanvraag tot subsidieverlening zou hebben geleid
Kaderbesluit nationale EZK- en LNV-subsidies
Artikel 10, tweede en zesde lid
2. Vóór indiening van de aanvraag door de subsidieontvanger gemaakte kosten komen niet voor subsidie in aanmerking.
6. Bij subsidie aan een ondernemer waar een Europees steunkader op van toepassing is, komen alleen de kosten voor vergoeding in aanmerking die voldoen aan de eisen van het desbetreffende steunkader.
Artikel 22, eerste lid, aanhef en onder c
1. Onze Minister beslist afwijzend op een aanvraag om subsidie indien:
c. niet voldaan wordt aan de eisen inzake het stimulerend effect, bedoeld in het toepasselijke Europese steunkader;
Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies
Artikel 4.5.2., tweede lid, aanhef en onder a
2. Voor zover de subsidie betrekking heeft op een investering voor de productie van duurzame energie als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, wordt deze verstrekt aan een ondernemer, vereniging, stichting, eigenaar-bewoner dan wel andere rechtspersoon of natuurlijke persoon ten behoeve van de aanschaf en het door een bouwinstallatiebedrijf laten installeren van één of meer van de volgende installaties:
a. een ruimteverwarmingstoestel of een waterverwarmingstoestel dat:
1°. is uitgerust met een lucht-waterwarmtepomp, een grond-waterwarmtepomp of een water-waterwarmtepomp;
2°. een thermisch vermogen heeft van ten hoogste 70kW bij bivalente temperatuur in geval van een lucht-waterwarmtepomp dan wel bij een referentieontwerptemperatuur in geval van een grond-waterwarmtepomp of een water-waterwarmtepomp; en
3°. is voorzien van een etiket, een productkaart en de bijbehorende technische documentatie;
Artikel 4.5.14., eerste lid
1. De subsidie voor een investering voor de productie van duurzame energie, bedoeld in artikel 4.5.2, tweede lid, bevat:
a. mogelijk staatssteun die wordt gerechtvaardigd door artikel 41 van de algemene groepsvrijstellingsverordening, indien de subsidie wordt verstrekt aan een rechtspersoon of natuurlijke persoon, niet zijnde eigenaar-bewoner;
b. geen staatsteun, indien deze subsidie verstrekt wordt aan een eigenaar-bewoner.