ECLI:NL:CBB:2024:512

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Datum uitspraak
23 juli 2024
Publicatiedatum
19 juli 2024
Zaaknummer
23/1939
Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing subsidieaanvraag glasisolatie door de minister van Klimaat en Groene Groei

In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 23 juli 2024 uitspraak gedaan over de afwijzing van een subsidieaanvraag voor glasisolatie door de minister van Klimaat en Groene Groei. De aanvraag werd afgewezen omdat de aangebrachte glasisolatie niet in de bestaande thermische schil van de woning was aangebracht, zoals vereist door de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies. De minister had eerder op 25 augustus 2023 de aanvraag afgewezen en het bezwaar van de aanvrager ongegrond verklaard op 9 oktober 2023. De aanvrager voerde aan dat de dakkapellen waren afgebroken vanwege asbest en dat de glasisolatie wel degelijk in de bestaande thermische schil was aangebracht. Het College oordeelde echter dat de nieuwe dakkapellen, die volledig waren vervangen, een nieuwe thermische schil vormden. De minister had geen ruimte voor een belangenafweging, aangezien de Regeling geen hardheidsclausule bevatte. Het College concludeerde dat de afwijzing van de subsidieaanvraag voldoende gemotiveerd was en dat er geen sprake was van schending van het zorgvuldigheidsbeginsel of het motiveringsbeginsel. Het beroep van de aanvrager werd ongegrond verklaard, en de minister hoefde geen proceskosten te vergoeden.

Uitspraak

uitspraak

COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN

zaaknummer: 23/1939

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 23 juli 2024 in de zaak tussen

[naam] , te [plaats]

(gemachtigde: mr. G.R.R. Knarren)
en

de minister van Klimaat en Groene Groei

(gemachtigde: mr. M. Wullink)

Procesverloop

Met het besluit van 25 augustus 2023 (afwijzingsbesluit) heeft de minister de aanvraag van [naam] om subsidie op grond van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies (Regeling) voor glasisolatie afgewezen.
Met het besluit van 9 oktober 2023 (bestreden besluit) heeft de minister het bezwaar van [naam] daartegen ongegrond verklaard.
[naam] heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
De minister heeft een verweerschrift ingediend.
De minister heeft een nader stuk ingediend.
De zitting was op 26 april 2024. Aan de zitting hebben [naam] en de gemachtigde van de minister deelgenomen.

Overwegingen

1 Het College gaat uit van de volgende feiten en omstandigheden.
1.1
[naam] heeft op 5 mei 2023 subsidie aangevraagd voor glasisolatie.
1.2
Met het afwijzingsbesluit heeft de minister de aanvraag van [naam] om subsidie voor glasisolatie afgewezen, omdat deze niet voldoet aan het in artikel 4.5.2, derde lid, aanhef en onder c, van de Regeling opgenomen vereiste dat de glasisolatie moet zijn aangebracht in de bestaande thermische schil van de woning. Met het bestreden besluit heeft de minister de afwijzing van de subsidieaanvraag voor glasisolatie in stand gelaten.
2 [naam] voert aan dat zijn subsidieaanvraag voor glasisolatie ten onrechte is afgewezen. Hij stelt in dit verband allereerst dat de dakkapellen zijn afgebroken vanwege de aanwezigheid van asbest en om de asbestsaneringswerkzaamheden in het dak adequaat uit te voeren. Volgens [naam] is de glasisolatie in de bestaande thermische schil van zijn woning aangebracht. De nieuwe dakkapellen zijn immers op dezelfde plek als de oorspronkelijke dakkapellen geplaatst, waarbij de grootte van de nieuwe dakkapellen gelijk is gebleven aan de oorspronkelijke dakkapellen. Zonder dakkapel zit er een gat in het dakgeraamte en zonder dit gat, ofwel geraamte, kan een dakkapel niet worden geplaatst. In het geraamte van het dak was er dus al een geraamte voor een dakkapel van gelijke grootte. Het geraamte van de dakkapel kan aangemerkt worden als het geraamte van de bestaande thermische schil, zoals ook het geraamte van het dak aangemerkt wordt als de bestaande thermische schil. Aangezien het geraamte van de dakkapel noodzakelijk is voor het kunnen terugplaatsen van de dakkapel als zodanig kan het gat, ofwel geraamte van een dakkapel aangemerkt worden als een bouwdeel dat (een deel van) een gebouw afscheidt van de buitenomgeving. [naam] betoogt dat deze interpretatie in overeenstemming is met de in ISSO 82.1 opgenomen definitie van de thermische schil. [naam] is het in dit verband niet eens met de interpretatie die de minister geeft aan de thermische schil, namelijk dat delen van de thermische schil die zijn afgebroken en weer zijn opgebouwd niet tot de bestaande thermische schil van een woning zouden behoren.
Verder voert hij aan dat het bestreden besluit in strijd is met het in artikel 3:2 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) opgenomen zorgvuldigheidsbeginsel. De minister heeft bij de beoordeling van zijn subsidieaanvraag namelijk geen rekening gehouden met de omstandigheid dat de dakkapellen vanwege de asbestsanering moesten worden verwijderd.
Volgens [naam] is het afwijzingsbesluit in strijd met artikel 3:46 van de Awb niet deugdelijk gemotiveerd. De motivering is namelijk uiterst beperkt omdat slechts is aangegeven dat de oorspronkelijke dakkapel in zijn geheel is vervangen en er daarom geen sprake is van vervanging van glas in de bestaande thermische schil. Ook is niet verwezen naar de relevante bepaling in de Regeling. Hierdoor heeft [naam] niet de mogelijkheid om bij vragen de Regeling te raadplegen om zodoende het afwijzingsbesluit beter te kunnen begrijpen. De motivering is dan ook niet geschikt voor burgers die niet bekend zijn met de subsidieregelgeving en is daarom niet burgervriendelijk.
3 De minister stelt zich op het standpunt dat het in artikel 4.5.2, derde lid, aanhef en onder c, van de Regeling opgenomen vereiste dat de isolatie moet zijn aangebracht in de ‘bestaande thermische schil’ betekent dat delen van de thermische schil die zijn afgebroken en weer zijn opgebouwd niet aangemerkt kunnen worden als de bestaande thermische schil van een woning. De minister verwijst ter onderbouwing van zijn stelling naar een uitspraak van het College van 28 november 2023 (ECLI:NL:CBB:2023:665, onder 4.2). De minister betoogt dat omdat de oorspronkelijke dakkapellen, en daarmee de betreffende delen van de bestaande thermische schil, volledig zijn verwijderd, er geen sprake van is dat de glasisolatie is aangebracht in de bestaande thermische schil. Volgens de minister doet de stelling van [naam] dat de geraamtes van de dakkapellen op dezelfde positie met dezelfde afmetingen zijn teruggeplaatst als voor de verbouwing niet ter zake. Ook de omstandigheid dat [naam] de dakkapellen heeft moeten verwijderen vanwege asbest maakt, gezien de voornoemde rechtspraak van het College, de zaak niet anders. Van schending van het zorgvuldigheidsbeginsel is volgens de minister dan ook geen sprake. De minister merkt tot slot op dat het bestreden besluit voldoende gemotiveerd is, omdat inzichtelijk is gemaakt waarom de subsidieaanvraag voor glasisolatie is afgewezen.
4 Aan de orde is de vraag of de minister de subsidieaanvraag van [naam] voor glasisolatie terecht heeft afgewezen.
4.1
Artikel 4.5.2, derde lid, aanhef en onder c, van de Regeling bepaalt, voor zover hier relevant, dat subsidie voor glasisolatie wordt verstrekt aan de eigenaar-bewoner voor het vervangen van ten minste acht vierkante meter raamoppervlakte in de bestaande thermische schil. Uit artikel 4.5.1 van de Regeling volgt dat voor de invulling van het begrip ‘de thermische schil’ is aangesloten bij de beschrijving in ISSO 82.1. Onder verwijzing naar de toelichting bij de Regeling uit 2020 (Staatscourant 2020, 65131) heeft de minister in het bestreden besluit opgemerkt dat de thermische schil wordt gevormd door de bouwkundige constructies die de woning omhullen en die niet grenzen aan een verwarmde ruimte. Dit zijn de constructies die de woning afscheiden van de buitenomgeving (bijvoorbeeld buitenlucht, water, grond) of aangrenzende onverwarmde ruimten.
4.2
Naar het oordeel van het College is doordat de oorspronkelijke dakkappellen volledig zijn verwijderd en nieuwe dakkappellen zijn geplaatst sprake van een nieuwe thermische schil. Dit betekent dat de in de nieuwe dakkappellen aangebrachte glasisolatie niet in de bestaande thermische schil is aangebracht. Het betoog van [naam] , dat het gat, ofwel geraamte van de dakkapellen aangemerkt kan worden als het geraamte van de bestaande thermische schil, slaagt dan ook niet.
4.3
Zoals het College in zijn hiervoor door de minister aangehaalde uitspraak van 28 november 2023 in een soortgelijke zaak heeft geoordeeld, bevat de Regeling geen hardheidsclausule en biedt deze de minister dan ook geen ruimte voor een belangenafweging. De minister had daarom ook in de voorliggende zaak geen ruimte om rekening te houden met de omstandigheid dat de dakkapellen vanwege asbestsanering zijn verwijderd. Van strijd met het in artikel 3:2 van de Awb opgenomen zorgvuldigheidsbeginsel is geen sprake.
4.4
Verder is naar het oordeel van het College in het bestreden besluit de afwijzing van de subsidieaanvraag voldoende gemotiveerd, waarbij is verwezen naar het van toepassing zijnde artikel 4.5.2, derde lid, van de Regeling. Van strijd met het motiveringsbeginsel is daarom geen sprake.
5 Gelet op wat hiervoor is overwogen heeft de minister de subsidieaanvraag voor glasisolatie terecht afgewezen. Het beroep is ongegrond. De minister hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
Het College verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. H.S.J. Albers, in aanwezigheid van mr. H. Caglayankaya, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 23 juli 2024.
w.g. H.S.J. Albers w.g. H. Caglayankaya