ECLI:NL:CBB:2023:665

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Datum uitspraak
28 november 2023
Publicatiedatum
27 november 2023
Zaaknummer
23/128
Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing subsidieaanvraag voor dakisolatie op basis van Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies

In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 28 november 2023 uitspraak gedaan in het geschil tussen een aanvrager van subsidie voor energiebesparende isolatiemaatregelen en de minister voor Klimaat en Energie. De aanvrager had een subsidie aangevraagd voor de isolatie van een dak, maar de minister heeft deze aanvraag afgewezen op basis van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies. De minister stelde dat de aanvraag niet voldeed aan de eis dat de isolatie moest plaatsvinden in een bestaand dak binnen de bestaande thermische schil. De aanvrager had het dak echter volledig afgebroken en vernieuwd met een prefab dak, wat volgens de minister betekende dat er sprake was van een nieuw dak en dus geen recht op subsidie bestond.

De aanvrager voerde aan dat hij de oorspronkelijke dakpannen had behouden en dat de constructie in wezen hetzelfde was gebleven, maar het College oordeelde dat de minister terecht had geconcludeerd dat er geen sprake was van isolatie van een bestaand dak. De Regeling biedt geen mogelijkheid voor subsidie voor nieuwe daken, ongeacht de omstandigheden die de aanvrager had aangevoerd, zoals de aanwezigheid van asbest en de verplichting om dit te verwijderen. Het College benadrukte dat de Regeling specifiek gericht is op isolatiemaatregelen in bestaande daken en dat er geen ruimte is voor een belangenafweging of hardheidsclausule.

Uiteindelijk verklaarde het College het beroep ongegrond en bevestigde de afwijzing van de subsidieaanvraag door de minister. De minister was niet verplicht om proceskosten te vergoeden, aangezien de aanvraag niet voldeed aan de voorwaarden van de Regeling.

Uitspraak

uitspraak

COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN

zaaknummer: 23/128

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 28 november 2023 in de zaak tussen

[naam] , te [plaats]

en

de minister voor Klimaat en Energie

(gemachtigde: mr. C. Cromheecke)

Procesverloop

Met het besluit van 24 augustus 2022 heeft de minister de aanvraag van [naam] om subsidie op grond van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies (Regeling) voor energiebesparende isolatiemaatregelen gedeeltelijk afgewezen.
Met het besluit van 9 december 2022 (bestreden besluit) heeft de minister het bezwaar van [naam] daartegen ongegrond verklaard.
[naam] heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
De minister heeft een verweerschrift ingediend.
De zitting was op 12 oktober 2023. Aan de zitting hebben deelgenomen: [naam] en de gemachtigde van de minister.

Overwegingen

Inleiding

1. [naam] heeft zijn huis verbouwd. Hij heeft subsidie aangevraagd voor diverse energiebesparende isolatiemaatregelen. De minister heeft de subsidieaanvraag gedeeltelijk afgewezen voor zover het de dakisolatie en glasisolatie betreft, omdat deze niet zijn aangebracht in het bestaande dak in de bestaande thermische schil.
Bestaande dak en thermische schil
Standpunt van [naam]
2 [naam] stelt dat sprake is van isolatiemaatregelen in het bestaande dak in de bestaande thermische schil. In het dak is asbest aangetroffen en de constructie bleek deels verrot. [naam] heeft daarom de gehele (onder)constructie van het dak vervangen, maar hij heeft dit met behoud van de oorspronkelijke dakpannen gedaan. Dakpannen zijn onderdeel van de thermische schil, want zij worden ook meegenomen bij de berekening van de isolatiewaarde op grond van NTA 8800:2022, een bepalingsmethode voor de energieprestatie van gebouwen. Het dakspant is in vorm en afmetingen hetzelfde gebleven; het isolatiemateriaal is aan de binnenkant aangebracht zodat [naam] hier wat ruimte heeft ingeleverd. Technisch gezien gaat het om een bestaande thermische schil, ondanks de vernieuwde (onder)constructie.
Standpunt van de minister
3 De minister betoogt dat sprake is van een nieuw dak. In dit geval is de gehele oude dakconstructie verwijderd en opnieuw opgebouwd. Er is daarom sprake van een nieuwe thermische schil. Voor de isolatie daarvan biedt de Regeling geen subsidiemogelijkheid. Gekozen is om alleen de isolatie van het bestaande dak in de bestaande thermische schil te subsidiëren. De verwijzing naar de NTA-norm is niet relevant, omdat de minister uitgaat van de norm in de Regeling gericht op de isolatiewaarde van het isolatiemateriaal in het bestaande dak in de bestaande thermische schil.
Beoordeling door het College
4.1
Artikel 4.5.2., derde lid, aanhef en onder a, onder 1°, van de Regeling bepaalt dat subsidie wordt verstrekt aan de eigenaar-bewoner voor de aanschaf en het laten aanbrengen van isolatiemateriaal in het bestaande dak in de bestaande thermische schil van de eigen woning.
4.2
Het College oordeelt dat de minister terecht heeft geconcludeerd dat geen sprake is van isolatie van het bestaande dak in de bestaande thermische schil. Uit de stukken en de toelichting van [naam] blijkt namelijk dat het dak is afgebroken en opnieuw is opgebouwd. De oorspronkelijke dakconstructie is geheel verwijderd en vervangen door een nieuwe dakconstructie. Het feit dat [naam] de afmetingen van de dakspantenkap heeft aangehouden en de dakconstructie met de oorspronkelijke dakpannen heeft bedekt, neemt niet weg dat sprake is van een nieuw dak. De Regeling verwijst niet naar de NTA-norm en deze norm is daarom niet relevant. Wat verder ook zij van het betoog over de bestaande thermische schil, duidelijk is dat sprake is van een nieuw dak. Daardoor voldoet de subsidieaanvraag niet aan de Regeling. De beroepsgrond slaagt niet.
Overige omstandigheden
Standpunt van [naam]
5 [naam] voert verder aan dat de Regeling onvoldoende rekening houdt met onverwachtse gebeurtenissen die tijdens een verbouwing kunnen voorvallen en met conflicterende overheidsregels. [naam] was op grond van het Asbestverwijderingsbesluit 2005 verplicht het asbest te verwijderen. [naam] heeft dus materiaal dat slecht is voor de gezondheid verwijderd én zijn woning verduurzaamd. De isolatiewaarde van het dak (de rc-waarde) bedraagt na de verbouwing 6,3 m2K/W, wat hoger is dan de Regeling vereist. In verband met het behoud van de monumentale uitstraling heeft hij verder de originele dakpannen terug laten plaatsen. Hij heeft het dus twee keer goed gedaan, maar ziet dit niet terug in de toekenning van subsidie voor de verduurzaming van zijn pand. Dat de subsidieaanvraag nu niet meer voldoet is niet redelijk.
Standpunt van de minister
6 De minister betoogt dat, hoewel [naam] heeft bijgedragen aan de energietransitie, er geen mogelijkheid is om van de Regeling af te wijken als een afwijzingsgrond van toepassing is. De Regeling biedt geen grondslag voor het verstrekken van een subsidie voor verduurzaming in algemene zin. De Regeling is bedoeld voor specifieke isolatiemaatregelen in bestaande daken en daaronder valt niet de isolatie van nieuwe daken. Hiervan afwijken is niet mogelijk en ook niet wenselijk. Dat er een noodzaak bestond om het dak te verwijderen vanwege asbest maakt niet dat tot een andere conclusie moet worden gekomen.
Beoordeling door het College
7 Het College begrijpt dat de samenloop van omstandigheden voor [naam] vervelend uitpakt, maar dit betekent niet dat hij in aanmerking zou moeten komen voor de subsidie. Zoals de minister terecht heeft geconcludeerd, is de Regeling bedoeld voor specifieke isolatiemaatregelen en voldoet de subsidieaanvraag niet aan de voorwaarden om voor subsidie in aanmerking te komen. De Regeling bevat geen hardheidsclausule en biedt de minister ook geen ruimte voor een belangenafweging. Hieruit volgt dat de minister geen rekening heeft hoeven houden met de omstandigheden die [naam] heeft aangevoerd. De beroepsgrond slaagt niet.
Conclusie
8 Omdat geen sprake is van het aanbrengen van isolatiemateriaal in het bestaande dak voldoet de subsidieaanvraag niet aan de Regeling. De minister heeft de subsidieaanvraag terecht afgewezen.
9 Het beroep is ongegrond. De minister hoeft geen proceskosten te vergoeden.

Beslissing

Het College verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. H.S.J. Albers, in aanwezigheid van mr. M. Ettema, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 28 november 2023.
w.g. mr. H.S.J. Albers w.g. mr. M. Ettema