ECLI:NL:CBB:2024:509
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing subsidieaanvraag zonneboiler door de minister van Klimaat en Groene Groei
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 23 juli 2024 uitspraak gedaan over de afwijzing van een subsidieaanvraag voor een zonneboiler door de minister van Klimaat en Groene Groei. De aanvraag was ingediend door [naam 1] op 7 oktober 2022, maar werd afgewezen op 19 januari 2023 omdat [naam 1] niet kon aantonen dat de zonneboiler was geïnstalleerd door een erkend bouwinstallatiebedrijf, zoals vereist door de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies. Het bezwaar van [naam 1] tegen deze afwijzing werd op 22 juni 2023 ongegrond verklaard, waarna hij beroep instelde.
Tijdens de zitting op 26 april 2024 voerde [naam 1] aan dat hij wel degelijk had aangetoond dat de installatie door bouwinstallatiebedrijf [naam 2] was uitgevoerd, onderbouwd met facturen en een verklaring van [naam 2]. De minister betwistte echter de authenticiteit van de facturen en stelde dat de kosten voor arbeid niet voldoende gespecificeerd waren. Het College oordeelde dat de minister terecht twijfels had over de installatie en dat [naam 1] niet aan zijn bewijslast had voldaan.
Het College concludeerde dat de minister de subsidieaanvraag terecht had afgewezen, omdat [naam 1] niet kon aantonen dat de zonneboiler door een erkend bedrijf was geïnstalleerd. De uitspraak bevestigde dat er geen strijd was met de zorgvuldigheids- en motiveringsbeginselen van de Algemene wet bestuursrecht. Het beroep van [naam 1] werd ongegrond verklaard, en de minister hoefde geen proceskosten te vergoeden.