ECLI:NL:CBB:2024:294

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Datum uitspraak
23 april 2024
Publicatiedatum
18 april 2024
Zaaknummer
23/738
Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing subsidieaanvraag voor dakisolatie op basis van prestatieverklaring en kwaliteitsnormen

In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 23 april 2024 uitspraak gedaan in het beroep van [naam] tegen de afwijzing van haar subsidieaanvraag voor dakisolatie door de minister voor Klimaat en Energie. De aanvraag werd afgewezen omdat het gebruikte isolatiemateriaal, merk REX, type SDW Wand VB 1000, niet over een prestatieverklaring beschikte. De minister stelde dat het materiaal als B-keuze werd aangemerkt, wat betekent dat het niet voldeed aan de vereiste kwaliteitsnormen voor subsidie.

De minister had eerder op 4 november 2022 de subsidieaanvraag afgewezen en het bezwaar van [naam] ongegrond verklaard in een besluit van 26 januari 2023. Tijdens de zitting op 4 december 2023 werd het College geïnformeerd over de argumenten van beide partijen. [naam] voerde aan dat het isolatiemateriaal wel degelijk over een prestatieverklaring beschikte, maar het College oordeelde dat de door [naam] overgelegde documentatie niet voldeed aan de eisen van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies.

Het College concludeerde dat de minister op goede gronden de aanvraag had afgewezen, aangezien het isolatiemateriaal niet op de goedgekeurde meldcodelijst stond en de vereiste Rd-waarde van 3,5 m2K/W niet kon worden aangetoond. De uitspraak benadrukt het belang van de prestatieverklaring en de kwaliteitsnormen voor het verkrijgen van subsidies in het kader van de Regeling. Het College verklaarde het beroep ongegrond en de minister hoeft geen proceskosten te vergoeden.

Uitspraak

uitspraak

COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN

zaaknummer: 23/738

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 23 april 2024 in de zaak tussen

[naam] , te [woonplaats 1]

en

de minister voor Klimaat en Energie

(gemachtigde: mr. M. Zweers)

Procesverloop

Met het besluit van 4 november 2022 heeft de minister de aanvraag van [naam] om subsidie voor dakisolatie op grond van titel 4.5 van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies (Regeling) afgewezen.
Met het besluit van 26 januari 2023 (bestreden besluit) heeft de minister het bezwaar van [naam] ongegrond verklaard.
[naam] heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
De minister heeft een verweerschrift ingediend.
De zitting was op 4 december 2023. Aan de zitting hebben [naam] en de gemachtigde van de minister deelgenomen.
Het College heeft het onderzoek op 14 december 2023 heropend en schriftelijk aan de minister vragen gesteld. Op 25 januari 2024 heeft de minister antwoord gegeven op die vragen en op 12 februari 2024 heeft [naam] daarop gereageerd.
Geen van de partijen heeft verklaard gebruik te willen maken van het recht om op een nadere zitting te worden gehoord. Het College heeft vervolgens bepaald dat een nadere zitting achterwege blijft.

Overwegingen

Inleiding
1.1
[naam] heeft haar huis verbouwd en daarbij het dak geïsoleerd met isolatiemateriaal van het merk REX, type SDW Wand VB 1000 met meldcode KA90001. Voor deze dakisolatie heeft [naam] subsidie aangevraagd.
1.2
De minister heeft de subsidieaanvraag afgewezen, omdat [naam] de dakisolatie heeft aangebracht met een B-keuze materiaal. B-keuze materiaal beschikt volgens de minister niet over de benodigde kwaliteitsverklaring of prestatieverklaring. Met het bestreden besluit heeft de minister die afwijzing gehandhaafd.
Standpunten van partijen
2 [naam] voert aan dat het isolatiemateriaal van een prestatieverklaring is voorzien, namelijk het productdatablad van de fabrikant waarin de productgegevens zijn omschreven. Daaruit blijkt dat het isolatiemateriaal over een Rd-waarde van 4,65 m2 K/W (isolatiewaarde) en een CE-markering beschikt. De aannemer heeft toegelicht dat de term B-keuze betekent dat het isolatiemateriaal kleurverschillen en verschillen in de afwerking van de buitenplaten heeft die geen afbreuk doen aan de Rd-waarde. De aannemer heeft ook tien jaar garantie gegeven. Dat wat de minister onder B-keuze materiaal verstaat, is niet vastgelegd en dus subjectief. Dat de fabrikant het isolatiemateriaal als B-keuze op de markt heeft gebracht, staat niet vast. De gemeente [woonplaats 2] heeft bij de beoordeling van de omgevingsvergunning beoordeeld dat de Rc-waarde (isolatiewaarde van de constructie) van 6,0 is behaald. Het is onbegrijpelijk dat de ene overheidsinstantie een subsidieaanvraag afwijst voor een project waar een andere overheidsinstantie een vergunning verstrekt, terwijl het in beide gevallen gaat om een vereiste isolatiewaarde.
3 De minister heeft in het verweerschrift toegelicht dat het isolatiemateriaal niet op de ISDE Maatregelenlijst isolatiematerialen 2022 (ook wel meldcodelijst) staat. Deze lijst is een overzicht van merk- en productnamen die de minister heeft goedgekeurd en die daarom in aanmerking komen voor subsidie. Staat het isolatiemateriaal niet op die lijst dan moet de aanvrager aantonen dat het aan de Regeling voldoet. Een prestatieverklaring is alleen geldig voor de in deze verklaring genoemde isolatiematerialen; deze geldt voor het originele product en dat is B-keuze isolatiemateriaal niet. Op vragen van het College heeft de minister geantwoord dat dakisolatiemateriaal onder een geharmoniseerde norm (NEN-EN14509:2013) valt. Dit betekent dat Verordening (EU) nr. 305/2011 tot vaststelling van geharmoniseerde voorwaarden voor het verhandelen van bouwproducten (Verordening) van toepassing is. Hieruit volgt dat een prestatieverklaring en een CE-markering vereist zijn bij het in de handel brengen van een bouwproduct. Als een fabrikant het product B-keuze noemt, blijkt daaruit dat het bouwproduct niet de eigenschappen heeft zoals omschreven in de prestatieverklaring. Dit heeft te maken met afwijkingen in dikte, maat, warmteweerstand, kleur of cachering. Een senior inspecteur van de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) heeft toegelicht dat wanneer het isolatiemateriaal als B-keuze de fabriek verlaat (dus op de markt wordt gebracht) hiermee wordt aangegeven dat mogelijk niet aan alle vereisten van de prestatieverklaring wordt voldaan.
Beoordeling door het College
4.1
Op grond van artikel 4.5.2., derde lid, aanhef en onder a, onder 2°, van de Regeling, zoals deze bepaling gold ten tijde van belang en voor zover relevant, wordt subsidie verstrekt voor de aanschaf en het laten aanbrengen van isolatiemateriaal voor dakisolatie, dat is voorzien van een prestatieverklaring, waarbij het isolatiemateriaal een Rd-waarde van ten minste 3,5 m2K/W heeft. Voor zover [naam] aanvoert, dat het isolatiemateriaal niet over een prestatieverklaring hoeft te beschikken dan wel dat dit nergens uit blijkt, is dit onjuist.
4.2
De minister heeft een meldcodelijst opgesteld met een overzicht van merk- en productnamen van isolatiematerialen die zijn goedgekeurd en in ieder geval in aanmerking komen voor subsidie. Ook andere isolatiematerialen kunnen voor subsidie in aanmerking komen. In dat geval moet een prestatieverklaring worden overgelegd waaruit volgt dat het isolatiemateriaal voldoet aan de vereisten in de Regeling.
4.3
Het College stelt vast dat het door [naam] gebruikte isolatiemateriaal niet is opgenomen in de meldcodelijst. Dit betekent dat [naam] een prestatieverklaring moet overleggen waaruit blijkt dat het materiaal een Rd-waarde van ten minste 3,5 m2K/W heeft (vergelijk de uitspraak van het College van 12 maart 2024, ECLI:NL:CBB:2024:152). [naam] heeft zo’n prestatieverklaring niet overgelegd. Aan het door [naam] overgelegde productdatablad van de fabrikant komt hier niet de betekenis toe die [naam] daaraan gehecht wenst te zien, al omdat het door haar gebruikte isolatiemateriaal B-keuze materiaal betreft. Dat sprake is van B-keuze isolatiemateriaal blijkt uit de offerte van 7 oktober 2020 en de verklaring van de aannemer van 7 november 2022, terwijl de minister duidelijk heeft gemaakt dat en waarom B-keuze isolatiemateriaal niet op één lijn kan worden gesteld met het originele isolatiemateriaal. Aan de omstandigheid dat de gemeente [woonplaats 2] een omgevingsvergunning heeft verleend, komt evenmin de betekenis toe die [naam] daaraan gehecht wenst te zien. De minister beoordeelt of de subsidieaanvraag van [naam] voldoet aan de ter zake gestelde voorwaarden in de Regeling en niet de gemeente. Het enkele feit dat de isolatie van haar huis volgens de gemeente een Rc-waarde heeft van 6,0, betekent bovendien niet dat het gebruikte isolatiemateriaal een isolatiewaarde heeft van 3,5 (Rd-waarde).
4.4
De minister heeft de aanvraag op goede gronden afgewezen. Dat [naam] de woning heeft verduurzaamd en zij door de toepassing van Regeling niet voor subsidie in aanmerking komt, maakt het besluit niet onredelijk.
5 Het beroep is ongegrond. De minister hoeft geen proceskosten te vergoeden.

Beslissing

Het College verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A. Venekamp, in aanwezigheid van mr. M. Ettema, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 23 april 2024.
w.g. A. Venekamp w.g. M. Ettema