Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 9 april 2024 op het hoger beroep van:
de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Procesverloop
Grondslag van het geschil
7 december 2021 dierlijke meststoffen. [naam 3] transporteerde een vracht mest afkomstig van een bedrijf in [plaats 2] naar een bedrijf in [plaats 3] . Op de snelweg […] ter hoogte van [plaats 4] heeft de politie die dag een controle uitgevoerd, waarvan de bevindingen zijn doorgestuurd naar de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA). In het NVWA-rapport van 18 februari 2022 heeft de toezichthouder van de NVWA aangeven dat in [plaats 2] onder andere gewogen kon worden bij een loonbedrijf en dat in het kader van de verplichting om na de aanvang van het vervoer van dierlijke meststoffen onverwijld te wegen, de vracht dierlijke meststoffen in of nabij [plaats 2] gewogen had moeten worden.
Uitspraak van de rechtbank
Onduidelijke regelgeving?
[…]”
Beoordeling van het geschil in hoger beroep
Ten eerste moet de mest na aanvang van het vervoer onverwijld worden gewogen. Dat wil zeggen dat een weegstation in nabijheid van het vertrekpunt moet worden gebruikt. Omdat de spreiding van weegstations in Nederland varieert en in het belang van het vrij verkeer van diensten, wordt geen maximale afstand bepaald waarbinnen gewogen moet zijn. Indien zich meerdere weegstations in nabijheid van het vertrekpunt bevinden, houden vervoerders dus de mogelijkheid om te kiezen bij welk van deze stations zij gaan wegen. Bij de handhaving van dit voorschrift zal worden bezien of de vervoerder, gelet op de beschikbare weegstations en de route naar de bestemming, in redelijkheid heeft voldaan aan de eis van onverwijld wegen. Dit zal vaak bijvoorbeeld niet het geval zijn wanneer wordt gewogen vlak voor aankomst op bestemming of wanneer reeds meerdere weegstations op enkele kilometers afstand van de route zijn gepasseerd.[…]”