In deze zaak heeft [naam] een subsidieaanvraag ingediend voor dakisolatie op basis van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies. De minister voor Klimaat en Energie heeft de aanvraag op 3 februari 2023 afgewezen, omdat [naam] geen prestatieverklaring heeft overgelegd die aantoont dat het gebruikte isolatiemateriaal voldoet aan de vereisten van de Regeling. Na bezwaar heeft de minister het bezwaar gegrond verklaard, maar de afwijzing voor dakisolatie gehandhaafd. [naam] heeft beroep ingesteld tegen dit besluit. Tijdens de zitting op 15 maart 2024 heeft [naam] aangevoerd dat het isolatiemateriaal PIF Home 60 voldoet aan de eisen, maar de minister heeft gesteld dat dit materiaal niet op de goedgekeurde meldcodelijst staat en dat er geen prestatieverklaring is overgelegd. Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft vastgesteld dat de minister in strijd heeft gehandeld met de hoorplicht, maar heeft dit gebrek gepasseerd omdat het aannemelijk is dat de uitkomst van de beslissing niet anders zou zijn geweest. Het beroep is ongegrond verklaard, maar de minister is opgedragen het griffierecht van € 184,- aan [naam] te vergoeden.