ECLI:NL:CBB:2024:248
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Ongegrondverklaring verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring bezwaar subsidie COVID-19
Op 2 april 2024 heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven uitspraak gedaan in de zaak van [naam 1] B.V. tegen de minister van Economische Zaken en Klimaat. De onderneming had verzet aangetekend tegen een eerdere uitspraak van het College van 27 juni 2023, waarin het beroep tegen de niet-ontvankelijk verklaring van het bezwaar tegen een subsidiebesluit ongegrond was verklaard. De onderneming stelde dat de termijnoverschrijding voor het indienen van het bezwaar verschoonbaar was, omdat zij geen notificatie had ontvangen over het besluit van 10 maart 2022, waardoor zij niet op de hoogte was van de noodzaak om bezwaar te maken.
Het College oordeelde dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar was. Het besluit van 10 maart 2022 was op die dag in de digitale omgeving van de onderneming geplaatst en er was een notificatie e-mail verzonden. De onderneming had ingestemd met digitale correspondentie en had de verplichting om regelmatig in de digitale omgeving te kijken. De minister was niet verplicht om de subsidie ambtshalve te herzien, en de onderneming kon niet verwachten dat dit zou gebeuren.
De conclusie was dat de eerdere uitspraak van 27 juni 2023 juist was en het verzet ongegrond werd verklaard. De minister hoefde geen proceskosten te vergoeden. Deze uitspraak werd openbaar uitgesproken op 2 april 2024.