ECLI:NL:CBB:2024:247
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Ongegrondverklaring verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring bezwaar subsidie COVID-19
Op 2 april 2024 heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven uitspraak gedaan in de zaak van [naam 1] B.V. tegen de minister van Economische Zaken en Klimaat. De onderneming had verzet aangetekend tegen een eerdere uitspraak van 22 augustus 2023, waarin haar bezwaar tegen een besluit van 10 oktober 2022 niet-ontvankelijk was verklaard. De onderneming stelde dat de termijnoverschrijding voor het indienen van het bezwaar verschoonbaar was, omdat zij had gewacht op de uitkomst van een vergelijkbaar bezwaar van een gelieerde onderneming. Het College oordeelde echter dat de onderneming bewust had gekozen om geen bezwaar in te dienen binnen de gestelde termijn, en dat deze keuze aan haar kon worden toegerekend. De onderneming had de bezwaartermijn, waarvan zij op de hoogte was, ongebruikt laten verstrijken. Het College concludeerde dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar was en dat de eerdere uitspraak van 22 augustus 2023 terecht was. Het verzet werd ongegrond verklaard, wat betekent dat het beroep van de onderneming niet inhoudelijk werd behandeld. De minister werd niet verplicht om proceskosten te vergoeden.