ECLI:NL:CBB:2024:243
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing subsidieaanvraag en wettelijke rente in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft [naam 1] B.V. beroep ingesteld tegen een besluit van de minister voor Klimaat en Energie, waarbij de aanvraag voor subsidie op grond van de Tijdelijke subsidieregeling tegemoetkoming blokaansluitingen was afgewezen. De aanvraag betrof subsidie voor blokaansluitingen voor warmte en elektriciteit ten behoeve van 71 chalets op een recreatiepark in [plaats 2]. De minister had de aanvraag afgewezen op basis van een onjuiste EAN-code, maar later bleek dat de afwijzing te maken had met het feit dat de chalets een logiesfunctie hadden. Na overleg met de minister werd de aanvraag aangepast naar 64 zelfstandige wooneenheden, wat leidde tot toewijzing van de subsidie ter hoogte van € 128.008,-.
De onderneming stelde echter dat de minister in het bestreden besluit was vergeten wettelijke rente toe te kennen over een periode van 103 dagen, wat neer zou komen op een bedrag van € 2.167,37. Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelde dat op grond van artikel 4:102 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) een bestuursorgaan wettelijke rente verschuldigd is als een afwijzende beschikking wordt vervangen door een beschikking tot betaling. Het College concludeerde echter dat de aanvraag op een relevant punt onjuist en/of onvolledig was, waardoor de minister geen wettelijke rente hoefde te betalen.
Het beroep van de onderneming werd ongegrond verklaard, en de minister hoefde geen proceskosten te vergoeden. De uitspraak werd gedaan door mr. A. Venekamp, in aanwezigheid van griffier mr. T.D. Geldof, en werd openbaar uitgesproken op 2 april 2024.