ECLI:NL:CBB:2024:241
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing subsidieaanvraag voor lucht-luchtwarmtepomp op basis van Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 2 april 2024 uitspraak gedaan in het geschil tussen een aanvrager van een subsidie en de minister voor Klimaat en Energie. De aanvrager had een subsidie aangevraagd voor de installatie van een lucht-luchtwarmtepomp, maar de minister heeft deze aanvraag afgewezen op basis van artikel 4.5.1 van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies. De minister stelde dat een lucht-luchtwarmtepomp niet onder de definitie van 'ruimteverwarmingstoestel' valt, zoals gedefinieerd in de Regeling. De aanvrager betoogde dat zij met de installatie van de warmtepomp bijdraagt aan de verduurzaming en vermindering van aardgasgebruik, en dat zij daarom recht zou moeten hebben op subsidie.
Het College overwoog dat, hoewel de aanvrager inderdaad een duurzame investering heeft gedaan, de Regeling strikte voorwaarden stelt voor subsidieverstrekking. De Regeling specificeert welke typen warmtepompen in aanmerking komen voor subsidie, en een lucht-luchtwarmtepomp valt daar niet onder. Het College concludeerde dat de minister terecht de aanvraag had afgewezen, omdat de aanvrager niet voldeed aan de voorwaarden van de Regeling. Het beroep van de aanvrager werd ongegrond verklaard, en de minister hoefde geen proceskosten te vergoeden.
De uitspraak benadrukt het belang van naleving van de specifieke voorwaarden in de Regeling voor subsidieverlening, en dat er geen ruimte is voor afwijkingen of belangenafwegingen door de minister. De beslissing werd openbaar uitgesproken en is een bevestiging van de strikte toepassing van de regelgeving.