ECLI:NL:CBB:2024:240
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag TVL subsidie wegens te late indiening zonder mogelijkheid tot afwijking
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 21 maart 2024 uitspraak gedaan in het kader van een beroep tegen de afwijzing van een aanvraag voor de Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) door de minister van Economische Zaken en Klimaat. De onderneming, vertegenwoordigd door een gemachtigde, had haar aanvraag voor de TVL voor het eerste kwartaal van 2022 te laat ingediend, namelijk op 7 april 2022. De wetgeving rondom de TVL, specifiek artikel 2.6.5 en artikel 2.6.7, stelt dat aanvragen tijdig moeten worden ingediend en dat er geen mogelijkheid is om hiervan af te wijken.
De rechter heeft overwogen dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die rechtvaardigen dat de minister in dit geval zou moeten afwijken van de wettelijke regels. De onderneming stelde dat de kortere aanvraagtermijn voor dit kwartaal en de moeilijke omstandigheden waarin zij zich bevond, redenen waren om toch subsidie toe te kennen. Echter, het College oordeelde dat deze argumenten niet voldoende waren om de wet te negeren. De onderneming had zich op de hoogte moeten stellen van de geldende aanvraagtermijnen en de omstandigheden van de coronacrisis, hoewel zwaar, rechtvaardigen geen afwijking van de regels.
Uiteindelijk heeft het College het beroep ongegrond verklaard, wat betekent dat de afwijzing van de aanvraag door de minister standhoudt. De minister is ook niet verplicht om de proceskosten te vergoeden. Deze uitspraak benadrukt het belang van tijdige indiening van aanvragen en de strikte naleving van de wetgeving rondom subsidies.