In deze uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 12 maart 2024, met zaaknummers 23/471 en 23/472, zijn de beroepen van [naam 1] B.V. niet-ontvankelijk verklaard. De onderneming had beroep ingesteld tegen besluiten van de minister van Economische Zaken en Klimaat met betrekking tot de Regeling subsidie vaste lasten financiering COVID-19. De minister had eerder subsidies vastgesteld en teruggevorderd, waarna de onderneming bezwaar had aangetekend. De minister stelde zich primair op het standpunt dat de beroepen niet-ontvankelijk waren, omdat de onderneming op het moment van instellen van de beroepen niet meer bestond. Het College overwoog dat de onderneming per 1 augustus 2022 uitgeschreven was uit het handelsregister na een fusie met [naam 5] B.V. Hierdoor was de onderneming opgehouden te bestaan en kon zij geen rechtshandelingen meer verrichten, waaronder het instellen van beroepen. Het College merkte op dat [naam 5] als rechtsopvolger ook geen beroep had ingesteld. De beroepen zijn derhalve niet-ontvankelijk verklaard, en de minister hoeft geen proceskosten te vergoeden.