ECLI:NL:CBB:2024:164
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.P. Glerum
- E.C.C. Deen
- Rechtspraak.nl
Afwijzing subsidieaanvraag op grond van de Regeling subsidie vaste lasten financiering COVID-19 (TVL) door te late indiening
In deze uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 12 maart 2024, wordt de afwijzing van een subsidieaanvraag door de minister van Economische Zaken en Klimaat behandeld. De onderneming, [naam 1] B.V., had een aanvraag voor subsidie op grond van de Regeling subsidie vaste lasten financiering COVID-19 (TVL) voor het eerste kwartaal van 2021 ingediend, maar deze aanvraag was te laat, namelijk anderhalve dag na het verstrijken van de aanvraagperiode. De onderneming stelde dat zij door omstandigheden, waaronder technische problemen met e-herkenning, niet in staat was om tijdig een aanvraag in te dienen. Het College oordeelde echter dat de onderneming zelf verantwoordelijk was voor het tijdig indienen van de aanvraag en dat de aanvraagperiode duidelijk was gecommuniceerd. De stelling van de onderneming dat de minister de aanvraag niet had mogen afwijzen, werd verworpen. Het College concludeerde dat de minister de aanvraag terecht had afgewezen op basis van de dwingende bepalingen in de TVL, die voorschrijven dat een te late indiening moet worden afgewezen. Het beroep van de onderneming op het vertrouwensbeginsel werd eveneens afgewezen, omdat er geen toezegging was gedaan die de onderneming redelijkerwijs kon interpreteren als een garantie voor een inhoudelijke beoordeling van de aanvraag. De uitspraak bevestigt de noodzaak voor ondernemers om zich tijdig te conformeren aan de regelgeving en deadlines.