ECLI:NL:CBB:2024:125
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Ongegrond beroep inzake subsidie vaste lasten financiering COVID-19
Op 12 februari 2024 heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven uitspraak gedaan in de zaak met nummer 22/2311. De ondernemer, die aangifte omzetbelasting doet over zijn volledige omzet, had beroep aangetekend tegen de beslissing van de minister van Economische Zaken en Klimaat met betrekking tot de Regeling subsidie vaste lasten financiering COVID-19 (TVL). De TVL vereist dat ondernemingen die aangifte doen over hun volledige omzet, deze omzet ook met die aangifte moeten aantonen. In dit geval bleek uit de aangiften omzetbelasting voor de subsidieperiode (Q2 van 2021) en de referentieperiode (Q3 van 2020) dat het omzetverlies van de ondernemer 27,5% bedroeg. Dit is niet voldoende om te voldoen aan de eis van de TVL, die een omzetverlies van ten minste 30% vereist. Daarom heeft de minister de subsidie vastgesteld op € 0,-. Het College heeft het beroep van de ondernemer ongegrond verklaard, omdat niet voldaan werd aan de voorwaarden voor de subsidie.