ECLI:NL:CBB:2024:125

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Datum uitspraak
12 februari 2024
Publicatiedatum
20 februari 2024
Zaaknummer
22/2311
Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Proces-verbaal
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ongegrond beroep inzake subsidie vaste lasten financiering COVID-19

Op 12 februari 2024 heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven uitspraak gedaan in de zaak met nummer 22/2311. De ondernemer, die aangifte omzetbelasting doet over zijn volledige omzet, had beroep aangetekend tegen de beslissing van de minister van Economische Zaken en Klimaat met betrekking tot de Regeling subsidie vaste lasten financiering COVID-19 (TVL). De TVL vereist dat ondernemingen die aangifte doen over hun volledige omzet, deze omzet ook met die aangifte moeten aantonen. In dit geval bleek uit de aangiften omzetbelasting voor de subsidieperiode (Q2 van 2021) en de referentieperiode (Q3 van 2020) dat het omzetverlies van de ondernemer 27,5% bedroeg. Dit is niet voldoende om te voldoen aan de eis van de TVL, die een omzetverlies van ten minste 30% vereist. Daarom heeft de minister de subsidie vastgesteld op € 0,-. Het College heeft het beroep van de ondernemer ongegrond verklaard, omdat niet voldaan werd aan de voorwaarden voor de subsidie.

Uitspraak

proces-verbaal uitspraak

COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN

zaaknummer: 22/2311
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van 12 februari 2024

Rechter: mr. R.W.L. Koopmans

Griffier: mr. A.M. Slierendrecht

Partijen

[naam 1] , handelend onder de naam [naam 2] , te [plaats] , (de ondernemer),

en
de minister van Economische Zaken en Klimaat, vertegenwoordigd door mr. P. van Veen en mr. F. Tarrahi

Beslissing

Het College verklaart het beroep ongegrond.

Overwegingen

1. De ondernemer doet over zijn volledige omzet aangifte omzetbelasting. De Regeling subsidie vaste lasten financiering COVID19 (TVL) bepaalt dat ondernemingen die over hun hele omzet aangifte omzetbelasting doen, hun omzet aantonen met die aangifte. De TVL biedt geen ruimte om hiervan af te wijken.
2 Uit de aangiften omzetbelasting voor de subsidieperiode (Q2 van 2021) en de referentieperiode (Q3 van 2020) volgt dat het omzetverlies 27,5% is. Daarmee is niet voldaan aan het vereiste uit de TVL dat het omzetverlies ten minste 30% moet zijn. De minister mocht de subsidie daarom vaststellen op € 0,-.
w.g. R.W.L. Koopmans w.g A.M. Slierendrecht