“Controle 5 januari 2024
(…)
Wij zagen dat in een perceel naar schatting tussen de 28 a 31 volwassen schapen,
3 lammeren ouder dan 3 maanden en 9 pasgeboren lammeren, jonger dan 5 dagen oud, werden gehuisvest. (…)
Wij zagen dat de schapen en lammeren geen beschutting hadden tegen slechte
weerinvloeden. Het regende en het waaide hard tijdens de controle. Het voelde erg koud aan tijdens de controle. Wij zagen dat de ondergrond doorweekt was door de regen. Ook op de hoger gelegen gedeelten van het perceel was de ondergrond erg nat. Wij hoorden soppende geluiden toen wij door het perceel liepen. Wij zagen diverse plassen water in het perceel. Wij dat pasgeboren lammeren tegen elkaar aan lagen op de natte ondergrond. Wij zagen dat deze
lammeren rilden van de kou. Wij zagen tevens pasgeboren lammeren met gebogen ruggen stonden en rilden van de kou. Wij zagen dat de lammeren doorweekt waren van de regen en de natte ondergrond. Wij zagen een aantal lammeren met een nog niet opgedroogde navelstreng. Wij zagen nageboortes liggen in het perceel. Wij weten gelet op het voorgaande dat de lammeren nog maar hooguit een dag tot enkele dagen oud waren. Wij zagen dat er nog diverse hoogdrachtige schapen liepen die hoogstwaarschijnlijk op zeer korte termijn moesten lammeren. Wij zagen dit aan de uiterlijke kenmerken van een aantal van de aanwezige schapen. Wij weten dat het aflammeren in deze weersomstandigheden en het ontbreken van juiste huisvesting zeer nadelig kan zijn voor de gezondheid en het welzijn van de lammeren en schapen. [naam 2] bevestigde voorgaande.
(…)
Wij, toezichthouders [naam 3] , [naam 4] en [naam 5] , zagen dat het gras op het perceel tot de grond toe afgevreten was. Wij zagen dat de schapen niet bijgevoerd werden. Wij hebben geen tekenen gezien die er op duiden dat er bijvoorbeeld hooi/kuilgras of brokken worden bijgevoerd. Wij zagen dat het grootste gedeelte van deze ooien ogenschijnlijk in een matige tot slechte voedingstoestand verkeerden. Echter konden wij ter plekke geen body conditie score uitvoeren. Wij weten dat er in de winterperiode in het gras zeer weinig voedingswaarde aanwezig is. Wij weten dat hoogdrachtige ooien en ooien met zogende lammeren veel
energierijke voeding nodig hebben om zelf in een goede voedingstoestand te blijven en om voldoende melk aan te maken voor de zogende lammeren. Wij zagen dat de schapen/ooien en lammeren niet over voldoende gezond voer konden beschikken. [naam 2] bevestigde voorgaande. (…)
Controle 9 januari 2024 bij opslaghouder:
(…) [naam 2] heeft samen met de dierenarts van de opslaghouder een body conditie (BCS) score uitgevoerd. De BCS heeft een schaal van 1 tot en met 5. Gewenst is een BCS van 3. (…) Nadat bij alle 28 schapen/ooien een BCS uitgevoerd was werd duidelijk dat die
onvoldoende was. Bij 6 schapen/ooien was de BSC 1, bij 9 schapen/ooien 1.25, bij
11 schapen/ooien 1.5, bij 1 schaap/ooi 1.75 en bij 1 schaap/ooi 2.”