3.4De Stichting heeft bezwaar gemaakt tegen de last onder bestuursdwang.
Standpunt van de Stichting
4 De Stichting heeft verzocht om schorsing van de last onder bestuursdwang. Zij wil daarmee bereiken dat haar varkens aan haar worden teruggegeven, dat de kosten van de bewaring van de varkens niet langer oplopen en dat de minister de dieren niet verkoopt. Volgens de Stichting is de last onder bestuursdwang onrechtmatig. Daartoe voert zij ten eerste aan dat geen sprake is van overtredingen. De varkens beschikten over voldoende droge grond, wat volgens haar blijkt uit filmbeelden van 27 december 2023. Gezondheidsproblemen die door een nat stuk land zouden kunnen ontstaan, zijn in de afgelopen tien jaar niet voorgekomen en door de NVWA in de afgelopen vier jaar ook niet vastgesteld. In geval van zieke dieren die noodzakelijke verzorging nodig hadden, heeft de Stichting adequaat gehandeld door inschakeling van een dierenarts en zo nodig een apart onderkomen. De minister miskent volgens de Stichting dat het gaat om een bijzonder ras varkens, zogenoemde mangalitza’s, dat goed kan tegen vocht en kou.
Van gevaar voor herhaling is geen sprake. Als al een overtreding kan worden aangenomen op het punt van de slechte weersomstandigheden, dan heeft zich een incident voorgedaan waarbij de strijdige situatie direct is opgeheven, zonder handhavend ingrijpen. Dat is op zichzelf onvoldoende om een dergelijk verstrekkende last op te leggen. Verder is de last te algemeen geformuleerd, te ruim, onduidelijk en te verstrekkend.
Standpunt van de minister
5 De minister vindt dat de last onder bestuursdwang terecht is opgelegd omdat op 27 november 2023 sprake was van overtredingen. De minister is het niet met de Stichting eens dat de situatie waar de varkens in verkeerden geen gezondheidsrisico’s met zich meebracht. Hiervoor verwijst de minister naar de veterinaire verklaring van 23 januari 2024 die is opgemaakt naar aanleiding van de inspectie op 1 december 2023. In deze verklaring wordt uitgelegd waarom de natte lijven en opgedroogde modderresten schadelijk zijn voor de varkens. De varkens waar het hier om gaat staan bekend als winterhard, maar daar gelden wel voorwaarden voor. Zo is bijvoorbeeld van belang dat zij een schone vacht hebben. Alleen dan bezit de vacht goede isolerende eigenschappen en beschermt die tegen natte omstandigheden.
Verder is er volgens de minister wel degelijk sprake van gevaar voor herhaling. Bij de Stichting is een grote mate van continuïteit aan overtredingen van dezelfde aard en inhoud aan de orde. Dit blijkt uit een door de minister overgelegd overzicht van eerdere overtredingen en de constateringen bij de controles op 27 november 2023 en 1 december 2023. De minister heeft de ervaring dat de Stichting fundamenteel met de minister van mening verschilt over de wijze hoe zij haar dieren dient te houden en aan welke regelgeving zij dient te voldoen. Bovendien beëindigt de Stichting de overtredingen niet of kortdurend en begaat deze vervolgens opnieuw. Meermaals is de Stichting door de toezichthouders gebeld om haar op de hoogte te brengen van geconstateerde overtredingen en van het feit dat bestuursdwang zou worden toegepast. Vervolgens beëindigt zij de overtredingen na het verstrijken van de begunstigingstermijn, maar voordat de vrachtwagens er zijn om de dieren mee te voeren. De minister meent daarom dat de last ter voorkoming van herhaling op goede gronden is opgelegd, om af te dwingen dat de Stichting de problemen structureel oplost dan wel dat effectief handhavend kan worden opgetreden.
De last is niet te algemeen geformuleerd en te verstrekkend. Uit de last onder bestuursdwang volgt duidelijk wat de Stichting moet doen om een overtreding te voorkomen. De reden waarom de last niet locatiegebonden is, is omdat de Stichting haar dieren op zeer veel verschillende locaties houdt en telkens weer verplaatst. Zij houdt haar dieren op braakliggende terreinen, in bossen, natuurgebieden e.d. Voor de minister is ook niet inzichtelijk waar en hoe lang de Stichting haar dieren op bepaalde locaties houdt. Daarnaast is het ook nog zo dat de Stichting de identificatie en registratie van de dieren niet op orde heeft
en de verblijfplaatsen van de dieren niet zijn geregistreerd. Dit maakt effectief
locatiegebonden handhaven onmogelijk en het opleggen van een last voor alle locaties noodzakelijk.
6 De voorzieningenrechter beoordeelt hierna eerst de rechtmatigheid van de last onder bestuursdwang aan de hand van de daartegen aangevoerde gronden. Daartoe overweegt hij als volgt.
Overtreding van 1.6, derde lid, van het Bhd