ECLI:NL:CBB:2023:95
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- R.W.L. Koopmans
- J.P.A. Schaafsma
- Rechtspraak.nl
Bezwaarschrift niet-ontvankelijk verklaard wegens termijnoverschrijding in subsidieaanvraag MKB COVID-19
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 28 februari 2023 uitspraak gedaan in het geschil tussen de minister van Economische Zaken en Klimaat en [naam 1]. De zaak betreft een bezwaar dat [naam 1] had ingediend tegen het besluit van de minister van 19 oktober 2021, waarin het subsidiebedrag op grond van de Regeling subsidie financiering vaste lasten MKB COVID-19 op € 0 was vastgesteld. De minister verklaarde het bezwaar van [naam 1] op 11 mei 2022 niet-ontvankelijk, omdat het bezwaarschrift te laat was ingediend.
Het College overwoog dat volgens de Algemene wet bestuursrecht (Awb) een bezwaarschrift tijdig is ingediend indien het voor het einde van de bezwaartermijn van zes weken is ontvangen. In dit geval eindigde de termijn op 30 november 2021, maar [naam 1] diende zijn bezwaar pas op 6 februari 2022 in. [naam 1] voerde aan dat hij niet tijdig bezwaar had kunnen maken omdat hij het notificatiebericht niet had ontvangen door een verhuizing en een wijziging van zijn e-mailadres.
De minister betwistte dit en stelde dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar was, omdat het notificatiebericht naar het bij hem bekende e-mailadres was gestuurd. Het College oordeelde dat het de verantwoordelijkheid van [naam 1] was om ervoor te zorgen dat de minister over de juiste contactgegevens beschikte en dat hij tijdig bezwaar maakte. Het College verklaarde het beroep ongegrond en bevestigde de beslissing van de minister om het bezwaar niet-ontvankelijk te verklaren. De minister was niet verplicht om de proceskosten te vergoeden.