ECLI:NL:CBB:2023:90
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de ontvankelijkheid van een bezwaar tegen de subsidie voor vaste lasten MKB COVID-19
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 28 februari 2023 uitspraak gedaan in de zaak tussen [naam 1] B.V. en de minister van Economische Zaken en Klimaat. Het geschil betreft de niet-ontvankelijkheid van het bezwaar van [naam 1] tegen het TVL-vaststellingsbesluit van 14 mei 2021, waarbij de subsidie voor het vierde kwartaal van 2020 is vastgesteld op € 57.617,23. De minister heeft het bezwaar van [naam 1] niet-ontvankelijk verklaard omdat het bezwaarschrift te laat was ingediend. De termijn voor het indienen van het bezwaar eindigde op 25 juni 2021, terwijl het bezwaarschrift pas op 24 december 2021 werd ontvangen.
Het College heeft de zaak op 9 februari 2023 behandeld. Tijdens de zitting heeft [naam 1] aangevoerd dat zij door de minister misleid is, omdat de aanvraagtool niet de mogelijkheid bood om zelf de juiste SBI-code te kiezen. Dit zou hebben geleid tot de termijnoverschrijding. Het College oordeelt echter dat de omstandigheden die [naam 1] heeft aangevoerd de termijnoverschrijding niet verschoonbaar maken. Het College benadrukt dat het de verantwoordelijkheid van [naam 1] is om tijdig bezwaar te maken en de ontvangen besluiten zorgvuldig te controleren.
Uiteindelijk heeft het College het beroep ongegrond verklaard, wat betekent dat de minister geen proceskosten hoeft te vergoeden. De uitspraak is openbaar uitgesproken en ondertekend door mr. D. Brugman, in aanwezigheid van griffier I.E. van de Geest.