Op 21 december 2023 heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven uitspraak gedaan in de zaken 22/2124 en 22/2125. De zaak betreft de aanvragen om TVL-subsidie van twee ondernemingen voor het eerste kwartaal van 2022, die te laat zijn ingediend. De TVL-regeling schrijft voor dat aanvragen die na de deadline worden ingediend, moeten worden afgewezen. Dit was niet in geschil tussen de partijen.
De rechters overwegen dat het afwijzen van de aanvragen niet in strijd is met het evenredigheidsbeginsel. De aanvraagperiode voor de TVL-subsidie was duidelijk gecommuniceerd via de website van RVO, en het is de verantwoordelijkheid van de ondernemer om deze informatie in de gaten te houden. De omstandigheid dat een medewerker ziek was, die verantwoordelijk was voor de aanvraag, ontslaat de ondernemer niet van deze verplichting.
Daarnaast oordeelt het College dat de minister niet verplicht is om ondernemers actief te informeren over afwijkende aanvraagperiodes, zolang deze informatie beschikbaar is op de website van RVO. De kortere aanvraagperiode was noodzakelijk om tijdig te kunnen beslissen op alle ingediende aanvragen. De minister heeft derhalve terecht de aanvragen om TVL-subsidie afgewezen.
De uitspraak bevestigt de strikte handhaving van de regels rondom de TVL-subsidie en benadrukt de verantwoordelijkheid van ondernemers om tijdig en correct hun aanvragen in te dienen.