Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van18 december 2023
Partijen
minister van Economische Zaken en Klimaat, waarvoor aanwezig zijn mr. L. Achalhi en W. Dam.
College van Beroep voor het bedrijfsleven
Op 18 december 2023 heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven uitspraak gedaan in de zaak met nummer 22/2120. De zaak betreft een beroep van [naam 1] B.V. tegen de vaststelling van de omzet door de minister van Economische Zaken en Klimaat. De minister had de omzet vastgesteld op basis van de aangifte omzetbelasting, waar de onderneming het niet mee eens was. De onderneming stelde dat de omzet zou moeten worden bepaald aan de hand van haar boekhoudkundige omzet, omdat de aangifte onder andere gebaseerd was op uitgestelde trainingen en interne verkopen aan de Holding.
Het College heeft geoordeeld dat de minister de omzet op de juiste wijze heeft vastgesteld. Het College oordeelde dat de aangifte omzetbelasting een legitieme basis vormt voor de omzetbepaling en dat de minister de TVL-regeling correct heeft toegepast. De onderneming had aangevoerd dat de lagere vaststelling van de TVL-subsidie voor het vierde kwartaal van 2020 onevenredig was, maar het College oordeelde dat dit niet het geval was. De uitspraak bevestigt dat de omzet in de zin van de TVL niet gelijk is aan de boekhoudkundige omzet van de onderneming.
De beslissing van het College is dat het beroep ongegrond wordt verklaard, waarmee de vaststelling van de omzet door de minister in stand blijft.