ECLI:NL:CBB:2023:571
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van verzoeken wegens niet-betaling griffierechten in subsidiezaak COVID-19
In deze uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 13 september 2023, met zaaknummers 23/1604 en 23/1606, wordt geoordeeld dat de verzoeken van de verzoeker niet-ontvankelijk zijn. Dit oordeel is gebaseerd op het feit dat de verzoeker geen griffierechten heeft betaald, wat betekent dat het College de verzoeken niet inhoudelijk kan beoordelen. De voorzieningenrechter heeft uitspraak gedaan zonder zitting, op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De griffier heeft op 11 augustus 2023 per aangetekende post een nota verzonden naar de verzoeker, waarin werd meegedeeld dat de griffierechten binnen twee weken na dagtekening van de nota moesten worden betaald. Deze nota is op 15 augustus 2023 bezorgd. In de nota werd ook aangegeven dat niet of niet tijdige betaling van de griffierechten kan leiden tot niet-ontvankelijkheid van de verzoeken.
Op 3 september 2023, ruim na de gestelde termijn, waren de griffierechten nog steeds niet betaald. Het College heeft vastgesteld dat er geen aanwijzingen zijn dat de verzoeker niet in verzuim is geweest. Daarom zijn de verzoeken (kennelijk) niet-ontvankelijk verklaard. De minister van Economische Zaken en Klimaat hoeft geen proceskosten te vergoeden. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.