In deze uitspraak van het College van Beroep voor het Bedrijfsleven op 26 september 2023, zaaknummer 22/2274, is de aanvraag van [naam 1] voor een investeringssubsidie duurzame energie en energiebesparing afgewezen door de minister voor Klimaat en Energie. De aanvraag betrof isolatiemaatregelen voor gevel- en glasisolatie. De minister heeft de aanvraag afgewezen op basis van artikel 4.5.9, derde lid, aanhef en onder b, van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies, omdat er meer dan 12 maanden waren verstreken tussen het aanbrengen van de eerste maatregel (glasisolatie) op 4 december 2020 en de subsidieaanvraag op 12 december 2021. De minister verklaarde het bezwaar van [naam 1] ongegrond in het bestreden besluit van 5 oktober 2022. Tijdens de zitting op 15 augustus 2023 heeft [naam 1] betoogd dat de termijn van 12 maanden betrekking had op de periode tussen de eerste en tweede maatregel, maar het College oordeelde dat de minister de aanvraag terecht had afgewezen. De Regeling biedt geen ruimte voor afwijkingen van de termijn, en de minister was verplicht de aanvraag af te wijzen. Het College verklaarde het beroep ongegrond en er zijn geen proceskosten voor vergoeding in aanmerking gekomen.