In deze zaak heeft het College van Beroep voor het Bedrijfsleven op 29 augustus 2023 uitspraak gedaan in het geschil tussen [naam 1] B.V. en de minister van Economische Zaken en Klimaat over de afwijzing van een subsidieaanvraag op grond van de Regeling subsidie vaste lasten financiering COVID-19 (TVL). De aanvraag was afgewezen omdat deze te laat was ingediend, na de deadline van 29 januari 2021. De onderneming voerde aan dat de afwijzing onevenredig was, gezien de omstandigheden rondom de ziekte van de commercieel directeur, die verantwoordelijk was voor de aanvragen. Het College oordeelde dat de minister onvoldoende rekening had gehouden met de specifieke situatie van de onderneming en de gevolgen van de ziekte van de commercieel directeur. Het College concludeerde dat de afwijzing van de aanvraag op grond van de overschrijding van de termijn niet terecht was en dat de minister alsnog inhoudelijk op het bezwaar moest beslissen. De uitspraak benadrukt het belang van het ongeschreven evenredigheidsbeginsel in bestuursrechtelijke procedures.