ECLI:NL:CBB:2023:429

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Datum uitspraak
7 augustus 2023
Publicatiedatum
15 augustus 2023
Zaaknummer
22/1375
Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Proces-verbaal
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toepassing van de TVL-regeling bij uitbreiding van vestigingen zonder omzetverlies

Op 7 augustus 2023 heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven uitspraak gedaan in de zaak met nummer 22/1375. De zaak betreft een beroep van een onderneming die een uitbreiding van het aantal vestigingen heeft gerealiseerd en daardoor geen omzetverlies heeft geleden. De onderneming had een aanvraag ingediend voor de Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) in het kader van de COVID-19-regeling, maar de minister van Economische Zaken en Klimaat heeft deze aanvraag afgewezen. De onderneming stelde dat de TVL-regeling mogelijkheden biedt om vestigingen afzonderlijk te beoordelen, maar het College oordeelde dat dit niet het geval is. De TVL-regeling is zo ingericht dat vestigingen niet los van elkaar kunnen worden bekeken, en de uitbreiding van vestigingen leidt niet tot recht op subsidie.

Het College overwoog dat de keuze voor een andere rechtsvorm mogelijk recht op subsidie zou kunnen geven, maar dit betekent niet dat de minister een uitzondering had moeten maken voor de onderneming. Het College verwees naar een eerdere uitspraak van 31 mei 2022, waarin werd vastgesteld dat de TVL-regeling geen ruimte biedt voor afwijkingen, afgezien van enkele uitzonderingen die in dit geval niet van toepassing zijn. De regelgever heeft bewust gekozen om geen hardheidsclausule op te nemen in de regeling, om ervoor te zorgen dat de uitvoering efficiënt kan plaatsvinden en dat zoveel mogelijk ondernemers snel een voorschot ontvangen. Ondanks dat de uitkomst voor de onderneming teleurstellend is, oordeelde het College dat de toepassing van de TVL-regeling in dit geval niet onredelijk of onrechtmatig is.

Uitspraak

proces-verbaal uitspraak

COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN

zaaknummer: 22/1375
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van 7 augustus 2023
Rechter: mr. J.H. de Wildt
Griffier: mr. A. Verhoeven

Partijen

[naam 1] h.o.d.n. [naam 2] ,te [plaats] , (de onderneming), waarvoor aanwezig zijn [naam 1] en [naam 3] ,
en

de minister van Economische Zaken en Klimaat, waarvoor aanwezig zijnmr. M.P. Beudeker en mr. M.J.H. van der Burgt.

Beslissing

Het College verklaart het beroep ongegrond.

Overwegingen

1. In dit geval is sprake van een uitbreiding van het aantal vestigingen van de onderneming en daarmee een uitbreiding van de bedrijfsactiviteiten, waardoor er geen sprake is van verlies van omzet. De TVL biedt geen mogelijkheid om vestigingen los van elkaar te bekijken. De omstandigheid dat bij de keuze voor een andere rechtsvorm er mogelijk wel recht op subsidie zou bestaan betekent niet dat de minister voor de onderneming een uitzondering had moeten maken.
2. Zoals het College in zijn uitspraak van 31 mei 2022 (ECLI:NL:CBB:2022:277) heeft geoordeeld, biedt de TVL, afgezien van de hier niet van toepassing zijnde uitzonderingen, geen mogelijkheid om af te wijken. Het is verder de uitdrukkelijke keuze van de regelgever geweest om geen hardheidsclausule in de TVL op te nemen. Omdat er heel veel aanvragen zijn ingediend, is de uitvoering zo ingericht dat zo veel mogelijk ondernemers zo snel mogelijk een voorschot krijgen uitgekeerd. Om te zorgen dat de TVL uitvoerbaar blijft, maakt de minister hier alleen in zeer bijzondere gevallen een uitzondering op. Ondanks dat deze toepassing van de TVL in dit geval onbevredigend uitpakt voor de onderneming, vindt het College dat niet onredelijk en acht het de TVL op dit punt niet onrechtmatig.
w.g. J.H. de Wildt w.g. A. Verhoeven