ECLI:NL:CBB:2023:415

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Datum uitspraak
3 augustus 2023
Publicatiedatum
11 augustus 2023
Zaaknummer
22/1766
Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Proces-verbaal
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing aanvraag TVL-subsidie voor het eerste kwartaal van 2022 wegens te late indiening

Op 3 augustus 2023 heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven uitspraak gedaan in de zaak met nummer 22/1766. De zaak betreft de afwijzing van een aanvraag voor de Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) subsidie voor het eerste kwartaal van 2022. De aanvraag is door de minister van Economische Zaken en Klimaat afgewezen omdat deze te laat is ingediend. De onderneming, vertegenwoordigd door [naam 2], heeft in beroep gegaan tegen deze beslissing.

In de overwegingen van de uitspraak is vastgesteld dat het niet in geschil is dat de aanvraag om TVL-subsidie te laat is ingediend. De TVL-regeling schrijft voor dat een te late aanvraag moet worden afgewezen. De onderneming heeft aangevoerd dat zij gewacht heeft met het indienen van de aanvraag totdat de omzetcijfers van het eerste kwartaal vaststonden. Dit argument werd door het College verworpen, omdat de minister niet kan afwijken van de dwingende afwijzingsgrond die in de regeling is opgenomen.

Daarnaast heeft de onderneming gesteld dat zij op advies van haar accountant heeft gewacht met het indienen van de aanvraag. Het College oordeelde dat dit risico voor rekening van de onderneming komt. Ook werd opgemerkt dat de einddatum van de aanvraagtermijn duidelijk was vermeld op de website van RVO en in de Nederlandse Horecagids. Uiteindelijk heeft het College het beroep ongegrond verklaard, waarmee de afwijzing van de aanvraag door de minister in stand blijft.

Uitspraak

proces-verbaal uitspraak

COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN

zaaknummer: 22/1766
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van 3 augustus 2023

Raadsheer: mr R.W.L. Koopmans

Griffier: mr L. ten Hove

Partijen

[naam 1] B.V., gevestigd te [plaats] , (de onderneming), voor wie is verschenen [naam 2] ,
en
de minister van Economische Zaken en Klimaat, vertegenwoordigd door mr. H.G.M. Wammes en mr. S.F. Hu.

Beslissing

Het College verklaart het beroep ongegrond.

Overwegingen

1. Niet in geschil is dat de aanvraag om TVL-subsidie voor het eerste kwartaal (Q1) van 2022 te laat is ingediend. De TVL-regeling bepaalt dat de aanvraag dan moet worden afgewezen.
2. Dat de onderneming heeft gewacht met het doen van de aanvraag totdat de omzetcijfers van Q1 vaststonden, maakt niet dat de minister moet afwijken van de dwingend rechtelijke afwijzingsgrond.
3. De onderneming heeft op advies van haar accountant gewacht met het doen van de aanvraag. Dit komt voor rekening en risico van de onderneming. Uit de stukken blijkt voorts dat op de website van RVO, maar ook in de Nederlandse Horecagids, de einddatum van de aanvraagtermijn uitdrukkelijk is vermeld.
w.g. R.W.L. Koopmans w.g. L. ten Hove