ECLI:NL:CBB:2023:392

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Datum uitspraak
11 juli 2023
Publicatiedatum
21 juli 2023
Zaaknummer
23/1372
Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Intrekking ontheffing Winkeltijdenwet van een avondwinkel met voorlopige voorziening

Op 11 september 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders (B&W) van de gemeente Heerlen een ontheffing van de Winkeltijdenwet verleend aan [naam 1] B.V. voor het vestigen van een avondwinkel, genaamd '[naam 2]'. Op 7 juni 2023 heeft B&W deze ontheffing ingetrokken, wat heeft geleid tot bezwaar van [naam 1]. De voorzieningenrechter heeft op 11 juli 2023 een mondelinge uitspraak gedaan naar aanleiding van het verzoek om een voorlopige voorziening. Tijdens de zitting is vastgesteld dat er een grond bestaat voor de intrekking van de ontheffing, omdat tijdens een controle op 1 november 2022 verboden goederen, zoals traangas en alcoholhoudende drank, zijn aangetroffen in de winkel. Dit betekent dat de voorschriften van de ontheffing niet zijn nagekomen.

Echter, de voorzieningenrechter oordeelt dat B&W onvoldoende rekening heeft gehouden met de belangen van [naam 1]. De burgemeester had eerder al maatregelen genomen tegen de avondwinkel, maar het intrekkingsbesluit houdt hier geen rekening mee. Bovendien zijn er geen onderliggende stukken overgelegd die de meldingen van overlast ondersteunen. De voorzieningenrechter schorst het intrekkingsbesluit tot zes weken na de beslissing op bezwaar, met de voorwaarde dat er geen alcohol verkocht mag worden. Tevens veroordeelt de voorzieningenrechter B&W in de proceskosten van [naam 1], vastgesteld op € 1.674,-, en moet B&W het griffierecht van € 365,- vergoeden aan [naam 1]. De uitspraak is openbaar gedaan op 11 juli 2023.

Uitspraak

proces-verbaal uitspraak

COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN

zaaknummer: 23/1372

proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van 11 juli 2023 op het verzoek om voorlopige voorziening in de zaak tussen

[naam 1] B.V., te [plaats] , ( [naam 1] )

(gemachtigde: mr. A. Kara),
en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heerlen, (B&W)

(gemachtigde: mr. V. van den Heuvel).

Procesverloop

Op 11 september 2017 heeft B&W een ontheffing van de Winkeltijdenwet aan [naam 1] verleend voor het vestigen van een avondwinkel (‘ [naam 2] ’). Met het besluit van 7 juni 2023 (het intrekkingsbesluit) heeft B&W deze ontheffing ingetrokken.
[naam 1] heeft bezwaar gemaakt tegen het intrekkingsbesluit. Zij heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
B&W heeft een verweerschrift ingediend.
De zitting was op 11 juli 2023. Aan de zitting hebben deelgenomen de gemachtigden van partijen.
Na sluiting van het onderzoek ter zitting heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beslissing

De voorzieningenrechter:
  • schorst het intrekkingsbesluit tot zes weken na bekendmaking van de beslissing op bezwaar;
  • verbindt aan de ontheffing van de Winkeltijdenwet de voorwaarde dat er gedurende de gehele openstelling van de avondwinkel (dus ook de reguliere openingstijden) geen alcohol te koop mag worden aangeboden dan wel verkocht en dat dit zichtbaar is voor de klanten;
  • draagt het B&W op het betaalde griffierecht van € 365,- aan [naam 1] te vergoeden;
- veroordeelt B&W in de proceskosten van [naam 1] tot een bedrag van € 1.674,-.

Overwegingen

De voorzieningenrechter stelt vast dat er een grond bestaat voor intrekking van de ontheffing. Op grond van artikel 4, aanhef en onder d, van de Winkeltijdenverordening 2019 kan B&W een ontheffing intrekken of wijzigen indien de aan de ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen. Tijdens de integrale controle op 1 november 2022 zijn twaalf busjes traangas aangetroffen achter de toonbank. De voorzieningenrechter vindt het aannemelijk dat dit bestemd was voor de verkoop. Ook is er sterk alcoholhoudende drank aangetroffen. [naam 1] heeft dit ook niet betwist. Dit betekent dat één van de voorschriften niet is nagekomen, namelijk dat in de winkel uitsluitend producten/goederen te koop worden aangeboden en verkocht die normaliter passen in het assortiment van een avondwinkel.
In de belangenafweging heeft B&W echter onvoldoende aandacht gehad voor de belangen van [naam 1] . De burgemeester van Heerlen heeft de avondwinkel namelijk eerder al drie maanden gesloten in verband met de openbare orde. Uit het intrekkingsbesluit blijkt niet dat hier rekening mee is gehouden. Verder heeft B&W onvoldoende onderbouwd dat de (vele) meldingen van overlast die zouden zijn gedaan, te relateren zijn aan de openstelling van de avondwinkel na 22.00. B&W baseert zich op de bestuurlijke rapportage van 18 november 2022, maar heeft geen onderliggende stukken overgelegd. Verder worden de bevindingen van een integrale controle op 17 oktober 2019 aan [naam 1] tegengeworpen, terwijl ook daar geen stukken van zijn overgelegd. Bij de af te wegen belangen neemt de voorzieningenrechter tot slot in aanmerking dat [naam 1] geen bezwaar heeft tegen een ordemaatregel die inhoudt dat zij geen alcohol meer mag aanbieden dan wel verkopen.
De voorzieningenrechter veroordeelt B&W in de door [naam 1] gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de voorzieningenrechter op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 1.674,- (1 punt voor het indienen van het verzoekschrift en 1 punt voor het verschijnen ter zitting met een waarde per punt van € 837 ,- en een wegingsfactor 1). Ook moet B&W het door [naam 1] betaalde griffierecht aan haar vergoeden.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.H. de Wildt, in aanwezigheid van mr. A.A. Dijk, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 11 juli 2023.
w.g. J.H. de Wildt w.g. A.A. Dijk
Afschrift verzonden aan partijen op: