Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 27 juni 2023 in de zaak tussen
[naam 1] , handelend onder de naam [naam 2] , te [plaats]
de minister van Economische Zaken en Klimaat
de Staat der Nederlanden (de minister van Justitie en Veiligheid) (de Staat).
Procesverloop
Overwegingen
- uit objectief bepaalbare feiten en omstandigheden is gebleken dat bij de berekening van het omzetverlies het eerste en tweede kwartaal van 2019 niet als referentieperioden in aanmerking kunnen worden genomen;
- de datum van 1 juli 2019 beschouwd moet worden als inschrijfdatum en als start van de activiteiten van de ondernemer.
vanaf1 oktober 2019 een huurkortingsperiode gold […]”, luidt:
tot1 oktober 2019 en niet
vanaf
Beslissing
- verklaart het beroep tegen het bestreden besluit niet-ontvankelijk:
- verklaart het beroep tegen het vervangingsbesluit ongegrond;
- bepaalt dat de minister het door de ondernemer betaalde griffierecht van € 181,- aan haar vergoedt;
- veroordeelt de minister om aan de ondernemer een schadevergoeding van € 875,- te betalen;
- veroordeelt de Staat der Nederlanden (de minister van Justitie en Veiligheid) om aan de ondernemer een schadevergoeding van € 125,- te betalen.