ECLI:NL:CBB:2023:233
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van bezwaar wegens termijnoverschrijding in subsidieaanvraag COVID-19
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 16 mei 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen de minister van Economische Zaken en Klimaat en een ondernemer die subsidie had aangevraagd op basis van de Regeling subsidie financiering vaste lasten COVID-19 voor het vierde kwartaal van 2020. De minister had op 6 juli 2021 de verleende subsidie ingetrokken en het voorschot van € 5.200,78 teruggevorderd, omdat er geen gegevens bekend waren over de omzet van de ondernemer in de referentieperiode. De ondernemer maakte bezwaar tegen deze beslissing, maar de minister verklaarde het bezwaar niet-ontvankelijk omdat het bezwaarschrift te laat was ingediend. De ondernemer stelde dat hij niet tijdig bezwaar had kunnen maken omdat hij op 1 juli 2021 om aanvullende informatie was gevraagd, maar het College oordeelde dat deze termijnoverschrijding niet verschoonbaar was. De ondernemer had de reden voor de termijnoverschrijding in beroep kunnen toelichten, maar dit leidde niet tot een andere conclusie. Het College bevestigde dat de minister de termijnoverschrijding terecht niet verschoonbaar had geacht en verklaarde het beroep ongegrond. De uitspraak benadrukt het belang van tijdige indiening van bezwaarschriften en de gevolgen van termijnoverschrijding in bestuursrechtelijke procedures.