In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 7 maart 2023 uitspraak gedaan over de geldigheidsduur van een OV-begeleiderskaart. De reiziger, die een OV-begeleiderskaart had aangevraagd, ontving deze aanvankelijk met een geldigheidsduur van één jaar. Argonaut Advies B.V., de verweerster, had deze kaart verstrekt op basis van een indicatief onderzoek, maar de reiziger was van mening dat haar beperkingen blijvend waren en dat zij recht had op een kaart met een geldigheidsduur van vijf jaar. Het College oordeelde dat Argonaut ten onrechte de bewijslast had omgedraaid en niet had aangetoond dat er sprake was van een uitzonderingssituatie die een kortere geldigheidsduur rechtvaardigde. Het College vernietigde het bestreden besluit en herstelde de geldigheidsduur van de OV-begeleiderskaart naar vijf jaar, met terugwerkende kracht vanaf de oorspronkelijke toekenning. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van de aanvrager en de verlenende instantie bij het verstrekken van legitimatiebewijzen voor gehandicapten.