ECLI:NL:CBB:2022:815
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- T. Pavićević
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van subsidieaanvragen op basis van de Regeling subsidie financiering vaste lasten MKB COVID-19
In deze uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven, gedateerd 20 december 2022, zijn drie zaken aan de orde die betrekking hebben op de afwijzing van subsidieaanvragen op grond van de Regeling subsidie financiering vaste lasten MKB COVID-19. Appellante, een eenmanszaak die vertaal- en onderzoekswerk verricht, heeft aanvragen ingediend voor subsidies voor de periodes juni tot en met september 2020, Q2 2021 en Q3 2021. De aanvragen zijn afgewezen omdat appellante niet voldeed aan de voorwaarden van de Tijdelijke regeling voor de subsidie. De verweerder heeft in zijn besluiten aangegeven dat appellante niet voldoet aan de drempelwaarden voor omzetverlies en vaste lasten. Appellante heeft aangevoerd dat er sprake is van bijzondere omstandigheden, zoals het overlijden van haar echtgenoot, die haar omzet negatief hebben beïnvloed. Het College heeft echter geoordeeld dat de verweerder terecht geen aanleiding heeft gezien om af te wijken van de standaard referentieperiodes. Het College concludeert dat appellante in alle drie de gevallen niet voldoet aan de voorwaarden voor de subsidie en dat de beroepen ongegrond zijn. De uitspraak benadrukt het belang van de referentieperiodes en de voorwaarden die aan de subsidie zijn verbonden, en bevestigt dat de regelgever geen hardheidsclausule heeft opgenomen in de regeling.