ECLI:NL:CBB:2022:77

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Datum uitspraak
22 februari 2022
Publicatiedatum
18 februari 2022
Zaaknummer
21/588 en 21/926
Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toekenning van subsidies op basis van SBI-codes in het kader van de TVL-regeling

In deze uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 22 februari 2022, met zaaknummers 21/588 en 21/926, staat de toekenning van subsidies op basis van de Regeling subsidie financiering vaste lasten MKB COVID-19 (TVL) centraal. Appellante, een eenmanszaak, had aanvragen ingediend voor subsidies op basis van de TVL-regeling, maar verweerder weigerde deze op grond van de SBI-code waaronder appellante op de peildatum 15 maart 2020 was ingeschreven. De SBI-code 55.20.1 (Verhuur van vakantiehuisjes en appartementen) was op die datum niet geregistreerd, en verweerder baseerde zijn beslissing op de SBI-code 79.12 (Reisorganisatoren), die wel geregistreerd was. Appellante voerde aan dat de SBI-code 79.12 niet aansluit bij haar hoofdactiviteit, die volgens haar de verhuur van vakantiehuisjes en appartementen betreft. Het College oordeelde echter dat de SBI-code 55.20.1 niet past bij de feitelijke bedrijfsactiviteiten van appellante, die zich voornamelijk bezighoudt met bemiddeling bij de verhuur van vakantiehuisjes. Het College bevestigde dat verweerder geen rekening hoeft te houden met wijzigingen in het handelsregister na de peildatum en dat de verantwoordelijkheid voor de juiste registratie bij appellante ligt. De uitspraak concludeert dat het beroep ongegrond is, en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

uitspraak

COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN

zaaknummers: 21/588 en 21/926

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 22 februari 2022 in de zaak tussen

[naam 1] handelend onder de namen [naam 2] , [naam 3] en [naam 4], te [woonplaats] , appellante,
(gemachtigde: mr. M.E.M. Vermeij)
en

de minister van Economische Zaken en Klimaat, verweerder

(gemachtigden: mr. S. van Rijn en C. Zieleman).

Procesverloop

Zaak 21/588
Bij besluit van 27 oktober 2020 (het primaire besluit 1) heeft verweerder aan appellante op grond van de Regeling subsidie financiering vaste lasten MKB COVID-19 (TVL 1) een subsidie toegekend van € 1.000,-.
Bij besluit van 8 april 2021 (het bestreden besluit 1) heeft verweerder het bezwaar van appellante gegrond verklaard, het primaire besluit herroepen en een subsidie toegekend van € 8.344,85.
Zaak 21/926
Bij besluit van 2 maart 2021 (het primaire besluit 2) heeft verweerder aan appellante op grond van de Regeling subsidie vaste lasten financiering COVID-19 (TVL Q4 2020) een subsidie toegekend van € 1.359,09.
Bij besluit van 1 juli 2021 (het bestreden besluit 2) heeft verweerder het bezwaar van appellante ongegrond verklaard.
Appellante heeft tegen de bestreden besluiten beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Appellante heeft op 3 januari 2022 een aanvulling op haar beroepschrift ingediend en op 11 januari 2022 een reactie op het verweerschrift.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 19 januari 2022.
Appellante is verschenen, bijgestaan door de gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigden.

Overwegingen

1. Het wettelijk kader is opgenomen in de bijlage, die deel uitmaakt van deze uitspraak.
Aanleiding van deze procedure
2. Appellante staat als eenmanszaak ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel (KvK) met één KvK-nummer. Onder dit KvK-nummer staan de handelsnamen [naam 2] , [naam 3] , [naam 4] en [naam 5] ingeschreven. Appellante heeft alleen voor haar onderneming [naam 4] aanvragen ingediend voor een subsidie op grond van de TVL 1 en voor de TVL Q4 2020.
3. Over de onderneming waren op 15 maart 2020 in het handelsregister van de KvK de SBI-codes 79.12 (Reisorganisatoren), 93.29.9 (Overige recreatie) en 46.41.1 (Groothandel in kledingstoffen en fournituren) opgenomen en als bedrijfsomschrijving “Online touroperator; exploitatie en beheer van particuliere vakantiewoningen; het bemiddelen bij de verhuur van particuliere woningen, appartementen en kamers via het internet. Im- en export van en de groothandel in textiel.”.
4. Verweerder is bij de verlening van de subsidie op grond van de TVL 1 en TVL Q4 2020 uitgegaan van de SBI-code 79.12 (Reisorganisatoren). Verweerder heeft geen aanleiding gezien om de subsidie te bepalen op basis van de door appellante gewenste SBI-code 55.20.1 (Verhuur van vakantiehuisjes en appartementen), omdat deze SBI-code op de peildatum van 15 maart 2020 niet in het handelsregister stond geregistreerd.
Standpunt appellante
5. Appellante voert – samengevat – aan dat verweerder een onjuiste toepassing geeft aan de TVL door bij de beoordeling van de aanvraag uit te gaan van SBI-code 79.12 (Reisorganisatoren), terwijl deze SBI-code niet aansluit bij haar hoofdactiviteit. Appellante stelt dat de SBI-code 79.12 (Reisorganisatoren) enkel aansluit bij de werkzaamheden van de (als eerste) ingeschreven onderneming: [naam 2] . Appellante wilde echter geen TVL voor deze onderneming aanvragen, aangezien zij sinds 2014 vrijwel geen omzet meer heeft gerealiseerd met deze onderneming. Sinds 2014 exploiteert appellante, onder hetzelfde KvK-nummer, alleen nog de onderneming [naam 4] . Deze onderneming verhuurt vakantiehuisjes en appartementen van particulieren via het eigen boekingsplatform [naam 4] . In slechts een beperkt aantal gevallen bemiddelt appellante voor de verhuur tussen de eigenaren en de huurder. In het geval van verhuur via het boekingsplatform is volgens appellante geen huurconstructie te construeren tussen de eigenaar en de huurder. Daaraan doet volgens appellante niet af dat zij dit niet kan onderbouwen aan de hand van de algemene voorwaarden. De bepalingen in de algemene voorwaarden omtrent de contractuele relatie tussen [naam 4] en de huurder dekken volgens appellante de lading niet, omdat deze verouderd zijn en nooit zijn aangepast. Appellante wijst er verder op dat het voor het sluiten van een huurovereenkomst niet vereist is om eigenaar te zijn van het verhuurde. De feitelijke werkzaamheden sluiten zodoende aan bij het gedeelte uit de bedrijfsomschrijving: “exploitatie en beheer van particuliere vakantiewoningen” en komen dus overeen met de SBI-code 55.20.1 (Verhuur van vakantiehuisjes en appartementen).
Standpunt verweerder
6. Verweerder stelt zich op het standpunt dat hij de subsidie op goede gronden heeft berekend. De aanvraag voor zowel TVL 1 als TVL Q4 2020 wordt beoordeeld aan de hand van de registratie in het handelsregister op 15 maart 2020. Verweerder merkt op dat de verantwoordelijkheid voor het vermelden van de juiste bedrijfsomschrijving bij appellante ligt, gelet op artikel 19 van de Handelsregisterwet 2007 en artikel 11 van het Handelsregisterbesluit 2008. Verweerder hoeft geen rekening te houden met wijzigingen (al dan niet met terugwerkende kracht) die in het handelsregister zijn doorgevoerd na de peildatum van 15 maart 2020. Verweerder ziet geen aanleiding om in plaats van SBI-code 79.12 uit te gaan van SBI-code 55.20.1. SBI-code 55.20.1 stond op 15 maart 2020 niet geregistreerd in de inschrijving van appellante in het handelsregister, pas op 5 november 2020 is deze SBI-code op verzoek van appellante toegevoegd. Verweerder betwist niet dat de SBI-code 55.20.1 past bij de in de bedrijfsomschrijving opgenomen activiteit: “Exploitatie van […] vakantiehuisjes”. Dit kan immers duiden op verhuur van vakantiehuisjes. Nu appellante stelt dat de als eerste geregistreerde SBI-code 79.12 niet de hoofdactiviteit weergeeft, maar de bij de bedrijfsomschrijving passende SBI-code 55.20.1 (Verhuur van vakantiehuisjes en
appartementen), heeft verweerder met inachtneming van de uitspraak van het College van 22 december 2020 (ECLI:NL:CBB:2020:998) nader onderzocht wat de hoofdactiviteit van appellante is. Verweerder is tot de conclusie gekomen dat de verhuur van vakantiehuisjes in het geheel geen activiteit is die appellante uitvoert. Appellante biedt vakantiehuisjes aan via een boekingsplatform. Appellante verhuurt zelf echter geen vakantiehuisjes. Appellante bemiddelt tussen eigenaren van vakantiehuisjes en personen die een vakantiehuisje willen huren. Daarnaast treedt appellante op als contactpersoon tijdens het verblijf in de vakantiehuisje en verzorgt zij in die hoedanigheid allerlei werkzaamheden met betrekking tot de verhuur. Verweerder wijst daartoe op de website en de algemene voorwaarden van appellante. Dat de huiseigenaren alle werkzaamheden met betrekking tot de verhuur uitbesteden aan appellante als contactpersoon maakt niet dat appellante daarmee de verhuurder is. Bij huurbemiddeling voor vakantiehuisjes past de SBI-code 79.11 (Reisbemiddeling). Ook uit de geregistreerde bedrijfsomschrijving van appellante “[...]het bemiddelen bij de verhuur van particuliere woningen, appartementen en kamers via het internet[...] valt op te maken dat appellante zich bezig houdt met de bemiddeling bij verhuur. SBI-code 79.11 zou dus als hoofdactiviteit van appellante aangemerkt kunnen worden. Omdat de SBI-code 79.11 dezelfde ratio tussen vaste lasten en omzet kent als SBI-code 79.12, op grond waarvan de subsidies zijn berekend, ziet verweerder echter geen aanleiding de bestreden besluiten op dat punt te herzien.
Beoordeling door het College
7. Tussen partijen is niet in geschil dat de onderneming van appellante op de peildatum 15 maart 2020 niet stond ingeschreven met de SBI-code 55.20.1 (Verhuur van vakantiehuisjes en appartementen). Verweerder hoeft geen rekening te houden met wijzigingen (al dan niet met terugwerkende kracht) die in het handelsregister zijn doorgevoerd na de peildatum van 15 maart 2020.
8. Het College is met verweerder van oordeel dat de SBI-code 55.20.1 niet past bij de feitelijke bedrijfsactiviteiten van appellante. Uit de algemene voorwaarden en de website van de onderneming blijkt dat via het boekingsplatform van appellante alleen vakantiehuisjes en appartementen van particulieren kunnen worden geboekt en dat de eigenaren de werkzaamheden met betrekking tot de verhuur aan appellante kunnen uitbesteden. Ook de feitelijke activiteiten van appellante houden in het bemiddelen en verzorgen van eventuele werkzaamheden die daar mee samenhangen. Zij heeft niet het eigendom van of is zakelijk gerechtigd op de appartementen en woningen die via haar worden gehuurd, en draagt daar ook niet de vaste lasten van. Het College is daarom met verweerder van oordeel dat de hoofdactiviteit van appellante huurbemiddeling behelst en niet de verhuur van vakantiehuisjes en appartementen. Dat de algemene voorwaarden verouderd zijn, komt voor rekening en risico van appellante.
9. Het beroep is ongegrond. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

Het College verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.W.L. Koopmans, in aanwezigheid van mr. N.C.H. Vrijsen, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 22 februari 2022.
De voorzitter en de griffier zijn niet in de gelegenheid de uitspraak te ondertekenen.
BIJLAGE
Regeling subsidie financiering vaste lasten MKB COVID-19 (TVL 1)
Artikel 2 van de TVL 1 luidt, voor zover hier van belang, als volgt:
“1. De minister verstrekt eenmalig een subsidie aan een getroffen MKB-onderneming om bij te dragen aan de financiering van de vaste lasten in de maanden juni, juli, augustus en september van 2020.
2. De subsidie wordt enkel verstrekt aan een MKB-onderneming:
a. waarvan het omzetverlies ten minste 30% bedraagt;
b. waarvan de uitkomst van de vermenigvuldiging van de omzet in de referentieperiode met de ratio tussen de vaste kosten en de omzet van een gemiddeld bedrijf, zoals per sector genoemd in de vierde kolom van de tabel in de bijlage, ten minste € 4.000 bedraagt;
c. die op 15 maart 2020 in het handelsregister stond ingeschreven;
d. waarvan de hoofd- of nevenactiviteit, waaronder de MKB-onderneming op 15 maart 2020 is ingeschreven in het handelsregister met de daarbij behorende code van de Standaard Bedrijfsindeling, in de bijlage is opgenomen, zoals in voorkomend geval nader geclausuleerd in derde kolom van de tabel in de bijlage;
e. die:
1°. voor zover het een MKB-onderneming, niet zijnde een horecaonderneming of een ambulante onderneming, betreft:
– ten minste één vestiging heeft met een ander adres dan het privéadres van de eigenaar of eigenaren van de MKB-onderneming; of
– een vestiging heeft die fysiek afgescheiden is van de privéwoning van de eigenaar of eigenaren van de MKB-onderneming en voorzien is van een eigen opgang of toegang; of
2°. voor zover het een horecaonderneming betreft ten minste één horecagelegenheid huurt, pacht of in eigendom heeft.
3. In afwijking van het tweede lid, aanhef en onderdeel d, wordt subsidie verstrekt aan een MKB-onderneming indien uit de aanduiding van de uitgeoefende activiteit of activiteiten van de onderneming, waaronder de onderneming op 15 maart 2020 is ingeschreven in het handelsregister, ten genoegen van de minister blijkt dat de onderneming een hoofd- of nevenactiviteit uitvoert die in de bijlage is opgenomen, zoals in voorkomend geval nader geclausuleerd in derde kolom van de tabel in de bijlage.”
Regeling subsidie financiering vaste lasten MKB COVID-19 (TVL Q4 2020)
Artikel 2.1.1. van de TVL Q4 2020 luidt, voor zover hier van belang, als volgt:
1. De minister verstrekt op aanvraag eenmalig een subsidie aan een getroffen MKB-onderneming om bij te dragen aan de financiering van de vaste lasten in de maanden oktober, november en december van 2020.
2. De subsidie wordt enkel verstrekt aan een MKB-onderneming:
a. waarvan het omzetverlies ten minste 30% bedraagt;
b. waarvan de uitkomst van de vermenigvuldiging van A en C ten minste € 3.000 bedraagt;
c. die op 15 maart 2020 in het handelsregister stond ingeschreven;
d. waarvan de hoofdactiviteit, waaronder de MKB-onderneming op 15 maart 2020 is ingeschreven in het handelsregister met de daarbij behorende code van de Standaard Bedrijfsindeling in de bijlage is opgenomen of die op 15 maart 2020 is ingeschreven in het handelsregister met een hoofdactiviteit onder de code 64.2, 64.30.3 of 70.10 van de Standaard Bedrijfsindeling en met een nevenactiviteit die in de bijlage is opgenomen;
e. die:
1°. voor zover het een MKB-onderneming, niet zijnde een horecaonderneming of een ambulante onderneming, betreft:
– ten minste één vestiging heeft met een ander adres dan het privéadres van de eigenaar of eigenaren van de MKB-onderneming; of
– een vestiging heeft die fysiek afgescheiden is van de privéwoning van de eigenaar of eigenaren van de MKB-onderneming en voorzien is van een eigen opgang of toegang;
Handelsregisterwet 2007 (Hrw)
Op grond van artikel 19, eerste lid, van de Hrw doen de daartoe verplichte personen, met inachtneming van het bij algemene maatregel van bestuur bepaalde, de opgaven die de Kamer nodig heeft om ervoor te zorgen dat de in artikel 9 tot en met 14, 15a, tweede lid, en 16a, eerste lid, genoemde en de in artikel 17, onderdeel a, bedoelde gegevens te allen tijde juist en volledig in het handelsregister ingeschreven zijn.
Handelsregisterbesluit 2008 (Hrb)
Op grond van artikel 11, aanhef en onder b, van het Hrb wordt in het handelsregister over een onderneming opgenomen een korte aanduiding van de uitgeoefende activiteit of activiteiten.