ECLI:NL:CBB:2022:756
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bezwaarschrift niet-ontvankelijk verklaard wegens termijnoverschrijding in subsidieaanvraag TVL COVID-19
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 15 november 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen een appellante en de minister van Economische Zaken en Klimaat. De appellante had bezwaar gemaakt tegen een besluit van de minister, waarin de subsidie op grond van de Regeling subsidie financiering vaste lasten MKB COVID-19 (TVL) voor de periode oktober tot en met december 2020 was vastgesteld. Het primaire besluit, dat op 21 juli 2021 was genomen, stelde de subsidie vast op een bedrag van € 3.112,93. De appellante heeft echter haar bezwaar te laat ingediend, waardoor het bezwaar door de minister niet-ontvankelijk werd verklaard.
De appellante stelde dat de termijnoverschrijding verschoonbaar was, omdat zij het primaire besluit aanvankelijk anders had geïnterpreteerd. Ze dacht dat het bedrag een aanvulling op een eerder ontvangen voorschot betrof en realiseerde zich pas later dat het om de totale tegemoetkoming ging, wat leidde tot de terugbetalingsverplichting. Het College oordeelde echter dat de omstandigheden die de appellante aanvoerde niet voldoende waren om de termijnoverschrijding als verschoonbaar te kwalificeren. Het College wees erop dat het primaire besluit duidelijk was en dat de appellante tijdig bezwaar had moeten maken als zij het niet eens was met de vaststelling.
Uiteindelijk verklaarde het College het beroep ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door mr. D. Brugman, met mr. I.S. Post als griffier, en werd openbaar uitgesproken op 15 november 2022.