ECLI:NL:CBB:2022:717

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Datum uitspraak
28 september 2022
Publicatiedatum
17 oktober 2022
Zaaknummer
22/53
Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Proces-verbaal
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tijdige indiening van bezwaarschrift en verschoonbaarheid bij termijnoverschrijding

In de zaak tussen [naam] V.O.F. en de minister van Economische Zaken en Klimaat heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 28 september 2022 uitspraak gedaan. Het College oordeelt dat de minister het bezwaar van [naam] V.O.F. terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard, omdat het bezwaarschrift buiten de termijn van zes weken is ingediend. De minister had op 19 juli 2021 het TVL-besluit bekendgemaakt, waartegen [naam] V.O.F. op 28 oktober 2021 bezwaar maakte. De bezwaartermijn eindigde op 30 augustus 2021, waardoor het bezwaar te laat was. Het College heeft vastgesteld dat [naam] V.O.F. geen goede redenen had voor de termijnoverschrijding, ondanks de claim dat een stressvolle periode de indiening had vertraagd. Het College concludeert dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar is, en dat de minister het bezwaar terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard. De uitspraak is gedaan door mr. R.W.L. Koopmans, in aanwezigheid van griffier E.E.M. Koomen.

Uitspraak

proces-verbaal uitspraak

COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN

zaaknummer: 22/53
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van 28 september 2022 in de zaak tussen

[naam] V.O.F., te [plaats] ,

en

de minister van Economische Zaken en Klimaat (de minister).

Beslissing

Het College oordeelt dat de minister het bezwaar van [naam] V.O.F. terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard omdat het bezwaarschrift buiten de termijn van zes weken is ingediend. Het beroep tegen het besluit van 9 december 2022 is daarom ongegrond. Er is geen reden voor een proceskostenvergoeding.
Omdat het bezwaar terecht niet-ontvankelijk is verklaard, komt het College niet toe aan een inhoudelijke beoordeling van het besluit van 19 juli 2021, waarin de minister de subsidie van [naam] V.O.F. op nihil heeft vastgesteld (het TVL-besluit).
De motivering van dit oordeel is als volgt.

Overwegingen

In de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is het volgende geregeld.
De bezwaartermijn bedraagt zes weken (artikel 6:7). Een bezwaarschrift is tijdig ingediend indien het voor het einde van de bezwaartermijn van zes weken is ontvangen (artikel 6:9, eerste lid). De bezwaartermijn begint te lopen met ingang van de dag na die waarop het besluit op de voorgeschreven wijze is bekendgemaakt (artikel 6:8, eerste lid). Is een bezwaarschrift buiten de termijn ingediend, dan is het in beginsel nietontvankelijk. Indien redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de indiener in verzuim is geweest, kan niet-ontvankelijkverklaring achterwege blijven (artikel 6:11). Dan is de termijnoverschrijding verschoonbaar.
Dit betekent het volgende voor de zaak van [naam] V.O.F.
Het TVL-besluit is bekend gemaakt op 19 juli 2021. De bezwaartermijn eindigde dus op 30 augustus 2021. De minister heeft het bezwaarschrift op 28 oktober 2021 ontvangen. [naam] V.O.F. heeft het bezwaarschrift dus niet binnen de daarvoor gestelde termijn van zes weken ingediend.
Naar het oordeel van het College heeft de minister zich terecht op het standpunt gesteld dat [naam] V.O.F. geen goede redenen had voor de termijnoverschrijding.
[naam] V.O.F. heeft aangegeven dat zij als gevolg van de heftige periode te laat heeft gezien dat het TVL-besluit klaarstond in haar digitale omgeving. Zij heeft het besluit ook niet per post ontvangen. Pas later, toen zij op 13 oktober 2021 een betalingsherinnering tot terugbetaling van de subsidie ontving, is zij op de hoogte geraakt van het primaire besluit. Daardoor kon zij niet op tijd bezwaar maken.
Het College stelt vast dat [naam] V.O.F. op het aanvraagformulier dat zij op 5 augustus 2020 heeft ondertekend en ingediend, de stelling “Ik ontvang alleen digitaal bericht over deze aanvraag” met “Ja” heeft beantwoord. Zij heeft dus bewust ingestemd met verdere digitale correspondentie. Daaruit volgt dat verweerder het besluit op de voorgeschreven wijze, met toepassing van artikel 2:14, eerste lid, van de Awb heeft bekendgemaakt. Het College heeft geen redenen om aan te nemen dat [naam] V.O.F. het besluit niet heeft ontvangen. [naam] V.O.F. is op 19 juli 2021 om 10:47 uur via een notificatiemail, die is verstuurd naar het door [naam] V.O.F. op het aanvraagformulier ingevulde e-mailadres, op de hoogte gesteld van het feit dat er een bericht over haar TVL-aanvraag klaar stond. Dit heeft [naam] V.O.F. niet betwist. [naam] V.O.F. heeft zowel in haar beroepschrift als ter zitting aangegeven dat zij deze notificatiemail door de stressvolle situatie over het hoofd heeft gezien. Dit is echter geen goede reden om aan te nemen dat [naam] V.O.F. niet op tijd bezwaar had kunnen maken.
De termijnoverschrijding is dus niet verschoonbaar. Dit betekent dat de minister het bezwaar van [naam] V.O.F. terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard en het beroep daarom ongegrond is.
De uitspraak is gedaan en in het openbaar uitgesproken door mr. R.W.L. Koopmans, in aanwezigheid van E.E.M. Koomen, griffier.
w.g. R.W.L. Koopmans w.g. E.E.M. Koomen