ECLI:NL:CBB:2022:715
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Tijdige indiening van bezwaar tegen subsidie op grond van de Regeling subsidie vaste lasten financiering COVID-19
Op 28 september 2022 heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven uitspraak gedaan in de zaak tussen [naam 1] h.o.d.n. [naam 2] en de minister van Economische Zaken en Klimaat. De zaak betreft de niet-ontvankelijkheid van een bezwaar dat door [naam 2] was ingediend tegen een besluit van de minister, waarin de subsidie op grond van de Regeling subsidie vaste lasten financiering COVID-19 voor de periode oktober tot en met december 2020 op nihil was vastgesteld. Het College oordeelde dat het bezwaar te laat was ingediend, aangezien het bezwaarschrift pas op 29 oktober 2021 door de minister was ontvangen, terwijl de bezwaartermijn op 5 augustus 2021 was geëindigd. Het College stelde vast dat er geen bewijs was geleverd dat er eerder bezwaar was gemaakt, waardoor de termijnoverschrijding niet verschoonbaar was. De minister had het bezwaar van [naam 2] dan ook terecht niet-ontvankelijk verklaard. Het beroep tegen het besluit van 16 december 2022 werd ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenvergoeding toegekend. De uitspraak werd gedaan door mr. R.W.L. Koopmans, in aanwezigheid van griffier E.E.M. Koomen.