ECLI:NL:CBB:2022:669
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Tijdige indiening van bezwaarschrift en verantwoordelijkheid van appellante in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak, behandeld door het College van Beroep voor het Bedrijfsleven, is het beroep van Maatschap [naam] tegen het besluit van de minister van Economische Zaken en Klimaat ongegrond verklaard. Het bezwaarschrift van appellante was te laat ingediend, waardoor het College oordeelde dat de minister het bezwaar terecht niet-ontvankelijk had verklaard. De bezwaartermijn van zes weken, die begon op de dag na de bekendmaking van het besluit op 6 juli 2021, eindigde op 17 augustus 2021. Het bezwaarschrift werd pas op 27 oktober 2021 ontvangen, wat betekent dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar was. Appellante had geen goede redenen voor de vertraging, ondanks haar administratieve onoplettendheid en de vergissing bij het doorgeven van gegevens. Het College benadrukte dat het de verantwoordelijkheid van appellante is om haar administratie zorgvuldig bij te houden, en dat de gevolgen van de te late indiening voor haar rekening komen.
Tijdens de zitting werd ook een herzieningsverzoek besproken, waarbij de minister toezegde dat er een herbeoordeling van het bestreden besluit zou plaatsvinden. Echter, over de uitkomst van deze herbeoordeling kon geen toezegging worden gedaan. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door mr. D. Brugman, in aanwezigheid van griffier N.C.H. Vrijsen.