ECLI:NL:CBB:2022:514
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen subsidieverlening op basis van SBI-code in het kader van COVID-19 steunmaatregelen
In deze zaak heeft appellante, een onderneming die zich richt op de groothandel in horeca- en evenemententextiel, beroep ingesteld tegen de beslissing van de minister van Economische Zaken en Klimaat. De minister had op basis van de Regeling subsidie vaste lasten financiering COVID-19 (TVL) een subsidie van € 54.699,04 verleend, gebaseerd op de SBI-code 46.41.2 (Groothandel in huishoudtextiel en beddengoed). Appellante betwistte dat deze SBI-code passend was voor haar activiteiten en verzocht om een hoger percentage vaste lasten, omdat zij zich specifiek richt op de horeca en evenementenbranche, die zwaar getroffen zijn door de coronamaatregelen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat op de peildatum 15 maart 2020 appellante enkel ingeschreven stond met de SBI-code 46.41.2. De minister heeft in zijn besluit aangegeven dat er geen andere SBI-code van toepassing was en dat het percentage vaste lasten voor de SBI-code 46.41.2 op 11% was vastgesteld. Appellante voerde aan dat haar activiteiten niet overeenkwamen met de SBI-code en dat er geen passende code was, maar de rechtbank oordeelde dat de minister terecht had gehandeld door bij de subsidieverlening uit te gaan van de SBI-code 46.41.2.
De rechtbank concludeerde dat de TVL geen ruimte biedt voor maatwerk en dat de minister de subsidie correct had berekend op basis van de geldende regels. Het beroep van appellante werd ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 9 augustus 2022.