Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 12 juli 2022 in de zaak tussen
Stille maatschap [naam] , te [plaats] , [naam] ,
de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, de minister
Inleiding
Procedurele beslissingen
7 januari 2021 heeft de minister echter alsnog op die aanvragen beslist. Dat betekent dat [naam] geen belang meer heeft bij een beoordeling van het beroep tegen het niet tijdig beslissen. Dat beroep zal daarom niet inhoudelijk worden behandeld en is niet-ontvankelijk.
7 januari 2021. Het College zal hierna een inhoudelijk oordeel geven over dat besluit, in het licht van de gronden die [naam] daartegen heeft aangevoerd. Dat betekent dat [naam] een inhoudelijk oordeel krijgt over zijn aanvragen om fosfaatrechten en de beslissing van de minister daarop.
Inhoudelijke beoordeling
De aanvragen zijn terecht aangemerkt als herzieningsverzoek
Het herzieningsverzoek is terecht afgewezen
3 november 2020, ECLI:NL:CBB:2020:781).
Beslissing
- verklaart het beroep tegen het niet tijdig beslissen niet-ontvankelijk;
- verklaart het beroep tegen het besluit van 7 januari 2021 ongegrond.