ECLI:NL:CBB:2022:364
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen herzieningsbesluit fosfaatrecht en ontheffing Meststoffenwet
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 13 juni 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen appellante, een maatschap, en de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Appellante heeft beroep ingesteld tegen het herzieningsbesluit van de minister, waarin het fosfaatrecht van appellante is vastgesteld op 6.178 kg en een ontheffing van 467 kg is verleend. Appellante stelt dat zij door de toepassing van de peildatum van 2 juli 2015 een individuele en buitensporige last draagt, en dat de minister ten onrechte heeft gekozen voor een ontheffing in plaats van een verhoging van het fosfaatrecht. De minister heeft echter betoogd dat hij binnen zijn beslissingsruimte is gebleven en dat de ontheffing voldoende compensatie biedt voor de last die appellante ervaart.
Tijdens de zitting heeft appellante haar bezwaren toegelicht, waarbij zij heeft gewezen op de nadelen van een ontheffing, zoals rechtsonzekerheid en de impact op haar vermogen. De minister heeft daarentegen gesteld dat de ontheffing behoort tot het bedrijf en dat er geen rechtsonzekerheid is. Het College heeft in zijn overwegingen verwezen naar eerdere uitspraken en geconcludeerd dat de minister op een juiste wijze heeft gehandeld door een ontheffing te verlenen. Het College heeft het beroep van appellante ongegrond verklaard, wat betekent dat de minister's besluit om een ontheffing te verlenen in stand blijft. Appellante krijgt geen proceskosten vergoed, aangezien haar beroep niet slaagt.