Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
[naam] B.V., te [plaats] , appellante,
de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
6. Het College stelt vast dat appellante aan de hand van de (handgeschreven) verzendadministratie van haar financieel adviseur voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat het bezwaarschrift binnen de wettelijke termijn is verzonden. Dat het bezwaarschrift niet tijdig bij verweerder is aangekomen, kan appellante niet worden aangerekend. Gelet hierop is sprake van een verschoonbare termijnoverschrijding als bedoeld in artikel 6:11 van de Awb. Verweerder heeft het bezwaar van appellante daarom ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard. Verweerder dient het bezwaarschrift alsnog inhoudelijk te behandelen.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 360,- aan appellante te vergoeden;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van appellante in beroep tot een bedrag van € 759,-.