In deze zaak heeft Stichting Wakker Dier, vertegenwoordigd door mr. J.L. Baar, beroep ingesteld tegen de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit omdat deze niet tijdig heeft beslist op een handhavingsverzoek. Wakker Dier verzocht de minister om handhavend op te treden tegen viskwekerijen die meervallen slachten zonder verdoving. Na het indienen van het verzoek op 7 september 2021, heeft de minister op 2 november 2021 de beslistermijn verlengd, maar uiteindelijk niet binnen een redelijke termijn beslist. Wakker Dier heeft de minister op 16 december 2021 in gebreke gesteld en vervolgens op 25 februari 2022 beroep ingesteld bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven. Het College heeft vastgesteld dat het beroep gegrond is, omdat de minister niet tijdig heeft beslist. Het College heeft de minister opgedragen om binnen twee weken na de uitspraak alsnog een besluit te nemen op het handhavingsverzoek en heeft een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de minister te laat beslist, met een maximum van € 15.000,-. Daarnaast is de minister veroordeeld tot betaling van proceskosten aan Wakker Dier ter hoogte van € 379,50.