ECLI:NL:CBB:2022:247
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Proceskostenveroordeling
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag tegemoetkoming op basis van de Regeling subsidie financiering vaste lasten MKB COVID-19
In deze uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 17 mei 2022, zaaknummer 21/810, is de aanvraag van appellante, een MKB-onderneming, om een tegemoetkoming op basis van de Regeling subsidie financiering vaste lasten MKB COVID-19 (TVL) afgewezen. De aanvraag betrof de periode van juni tot en met september 2020. De verweerder, de minister van Economische Zaken en Klimaat, heeft de aanvraag afgewezen omdat de benodigde informatie over de omzet van appellante in de referentieperiode ontbrak. Appellante heeft in beroep aangevoerd dat de afwijzing onterecht was, omdat de door haar aangeleverde omzetgegevens representatief zouden zijn.
Het College heeft vastgesteld dat de door appellante overgelegde stukken en toelichtingen onvoldoende waren om de omzet in de referentieperiode vast te stellen. De verweerder had bij de beoordeling van de aanvraag de omzetgegevens uit de aangifte omzetbelasting gebruikt, maar appellante maakt deel uit van een fiscale eenheid, waardoor deze gegevens niet representatief waren voor haar specifieke omzet. Het College oordeelde dat de verweerder de aanvraag terecht had afgewezen, maar dat het bestreden besluit pas in beroep was voorzien van een toereikende motivering, wat in strijd was met de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
Desondanks heeft het College dit gebrek gepasseerd, omdat het aannemelijk was dat appellante hierdoor niet benadeeld was. Het beroep werd ongegrond verklaard, maar de verweerder werd wel veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de proceskosten van appellante. De uitspraak benadrukt het belang van correcte en volledige omzetgegevens bij aanvragen voor subsidies en de noodzaak voor een adequate motivering van besluiten door bestuursorganen.