Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
[naam] , te [plaats] , verzoeker,
de minister van Infrastructuur en Waterstaat, verweerder
Procesverloop
Beslissing
Overwegingen
.
College van Beroep voor het bedrijfsleven
Op 3 november 2021 heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoeker, een taxichauffeur, een voorlopige voorziening vroeg tegen de intrekking van zijn chauffeurskaart. De intrekking vond plaats omdat verzoeker niet tijdig een nieuwe Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) had overgelegd, nadat er twijfels waren gerezen over zijn betrouwbaarheid. Verzoeker had bezwaar gemaakt tegen het intrekkingsbesluit van Kiwa N.V., dat namens de minister van Infrastructuur en Waterstaat handelde. Tijdens de zitting was verzoeker aanwezig, terwijl de minister werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigde.
De voorzieningenrechter overwoog dat er een spoedeisend belang was, omdat verzoeker zonder chauffeurskaart niet kon werken en zijn gezin financieel in de problemen zou komen. Echter, de wetgeving, specifiek artikel 10 van de Regeling gebruik boordcomputer en boordcomputerkaarten, laat geen ruimte voor een belangenafweging. Verweerder had voldoende grond om de chauffeurskaart in te trekken, aangezien verzoeker geen nieuwe VOG had overgelegd. De voorzieningenrechter concludeerde dat de intrekking van de chauffeurskaart rechtmatig was en wees het verzoek om voorlopige voorziening af. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.
De uitspraak werd openbaar gedaan door mr. H.O. Kerkmeester, in aanwezigheid van griffier mr. D. de Vries. De voorzieningenrechter en de griffier waren verhinderd het proces-verbaal te ondertekenen. Afschrift van de uitspraak werd verzonden aan de betrokken partijen.