ECLI:NL:CBB:2021:913

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Datum uitspraak
5 oktober 2021
Publicatiedatum
1 oktober 2021
Zaaknummer
19/344R
Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Rectificatie van een eerdere uitspraak inzake immateriële schadevergoeding door het College van Beroep voor het Bedrijfsleven

Op 5 oktober 2021 heeft het College van Beroep voor het Bedrijfsleven een rectificatie uitgesproken van een eerdere uitspraak van 29 juni 2021, die betrekking had op een immateriële schadevergoeding. In de oorspronkelijke uitspraak was een kennelijke onjuistheid vastgesteld in de bedragen die aan de appellante, een maatschap, waren toegekend. De uitspraak van 29 juni 2021 had de Staat veroordeeld tot betaling van € 500,- en de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit tot betaling van € 1.000,- aan de appellante. Het College heeft vastgesteld dat deze bedragen onjuist waren en heeft besloten om de uitspraak te rectificeren.

De rectificatie houdt in dat de bedragen zijn aangepast. De Staat wordt nu veroordeeld tot betaling van € 1.000,- en de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit tot betaling van € 500,- aan de appellante. Deze wijziging is gedaan om de kennelijke onjuistheid te herstellen en de uitspraak is in het openbaar uitgesproken. De gerectificeerde uitspraak zal worden gepubliceerd op rechtspraak.nl, en er is een gerectificeerd exemplaar van de oorspronkelijke uitspraak aan de rectificatie gehecht. De uitspraak is gedaan door mr. J.L. Verbeek, met mr. A.A. Dijk als griffier aanwezig, maar de voorzitter en de griffier waren niet in de gelegenheid om de uitspraak te ondertekenen.

Uitspraak

uitspraak

COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN

zaaknummer: 19/344R
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 5 oktober 2021 tot rectificatie van de uitspraak van 29 juni 2021 in de zaak tussen

[naam maatschap] , te [plaats] , appellante

(gemachtigde: M. van der Kruijt-Bos),
en

de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, verweerder

(gemachtigde: mr. R. Kuiper),
en

de Staat der Nederlanden (de minister van Justitie en Veiligheid), de Staat.

Procesverloop

Het College heeft vastgesteld dat zijn uitspraak van 29 juni 2021 met zaaknummer 19/344 (ECLI:NL:CBB:2021:677) een kennelijke onjuistheid bevat onder het kopje “Beslissing”.

Overwegingen

Onder “Beslissing” heeft het College de Staat veroordeeld tot betaling aan appellante van een immateriële schadevergoeding van € 500,- en verweerder veroordeeld tot betaling aan appellante van een immateriële schadevergoeding van € 1.000,-. De hierin genoemde bedragen zijn kennelijk onjuist. Nu de uitspraak een kennelijke en voor een eenvoudig herstel vatbare onjuistheid bevat, bestaat aanleiding de uitspraak op dit punt te rectificeren.
Het College wijzigt de uitspraak, onder “Beslissing”, als volgt:
(..)
  • veroordeelt de Staat tot betaling aan appellante van een immateriële schadevergoeding van € 1.000,-;
  • veroordeelt verweerder tot betaling aan appellante van een immateriële schadevergoeding van € 500,-;
(..).
Aan deze uitspraak tot rectificatie is een gerectificeerd exemplaar van de oorspronkelijke uitspraak gehecht. De gerectificeerde uitspraak zal worden gepubliceerd op rechtspraak.nl.

Beslissing

Het College rectificeert zijn uitspraak van 29 juni 2021 als in de overwegingen is weergegeven.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.L. Verbeek, in aanwezigheid van mr. A.A. Dijk, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 5 oktober 2021.
De voorzitter en de griffier zijn niet in de gelegenheid deze uitspraak te ondertekenen.