Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de meervoudige kamer van 31 augustus 2021 in de zaak tussen
de stille maatschap [naam 1] en [naam 2] te [plaats] , appellante,
de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, verweerder,
Procesverloop
Overwegingen
Het College is van oordeel dat verweerder terecht heeft aangenomen dat sprake is geweest van opzettelijk handelen. Appellante heeft immers met zijn handelwijze bewust de mogelijkheid aanvaard dat de mest niet emissiearm werd aangewend, zodat haar een opzettelijke niet-naleving van randvoorwaarden kan worden aangerekend. Het College wijst erop dat het hier om een vorm van opzet gaat zoals door het Hof is uitgelegd in het hierboven aangehaalde arrest in het kader van de randvoorwaarden.