ECLI:NL:CBB:2021:758
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen de vaststelling van fosfaatrechten en ontheffing onder de Meststoffenwet
Op 16 juli 2021 heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven uitspraak gedaan in de zaak tussen een jongvee-opfokbedrijf en de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. De appellante, die jaarlijks 40-50 kalveren inkoopt en deze verkoopt na een periode van opfok, heeft beroep ingesteld tegen een besluit van de minister waarin haar fosfaatrecht is vastgesteld op 804 kg, met een ontheffing van 333 kg. De minister heeft in zijn besluit de peildatum voor de vaststelling van het fosfaatrecht vastgesteld op 2 juli 2015, wat volgens appellante leidde tot een buitensporige last.
Het College heeft geoordeeld dat de minister in redelijkheid heeft kunnen uitgaan van het gemiddelde dieraantal over de periode van 1 juli 2014 tot en met 30 juni 2015. Appellante heeft niet kunnen onderbouwen dat deze periode niet representatief is voor haar bedrijfsvoering. Het College heeft vastgesteld dat de keuze van de minister om een ontheffing te verlenen in plaats van een verhoging van het fosfaatrecht binnen de beslissingsruimte van de minister valt. De appellante heeft niet aangetoond dat een verhoging van het fosfaatrecht noodzakelijk is voor haar bedrijfsvoering.
De uitspraak concludeert dat het bestreden besluit niet in strijd is met artikel 1 van het Eerste Protocol bij het EVRM en dat het beroep ongegrond is. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. M.C. Stoové, met mr. A.A. Dijk als griffier.